Elk week deel heeft zijn eigen functie. Enkele voorbeelden:
- Spieren houden het lichaam in beweging.
- Vetweefsel zorgt voor warmte-isolatie.
- Bindweefsel biedt stevigheid en geeft organen hun vorm.
- Slijmvlies zorgt dat gewrichten soepel kunnen bewegen en beschermt kwetsbare organen.
Wekedelentumoren kunnen goedaardig, borderline of kwaadaardig zijn.
- Meestal zijn wekedelentumoren goedaardig, zoals een lipoom (vetweefselgezwel) of een fibroom (bindweefselgezwel).
- Soms vertonen wekedelentumoren borderlinegedrag: ze hebben kwaadaardige eigenschappen maar kunnen niet uitzaaien naar andere lichaamsdelen. Een voorbeeld is de desmoïdtumor (in het overgangsgebied van spierweefsel naar bindweefsel). Borderline wekedelentumoren zijn geen kanker. Bij de behandeling worden wel methodes toegepast die ook bij kwaadaardige tumoren gebruikt worden, zoals radiotherapie.
- Kwaadaardige wekedelentumoren noemen we sarcomen. Ze kunnen ontstaan op allerlei plaatsen in het lichaam. Ze komen het meest voor in de benen (meestal de bovenbenen), de borsten, de buik, de armen, het hoofd-halsgebied, het bekken, de baarmoeder.
De informatie hier gaat alleen over wekedelensarcomen. Er zijn meer dan 50 verschillende soorten wekedelensarcomen. Ze worden ingedeeld naar de soort cellen waar ze ontstaan.
Eén soort wekedelensarcomen zijn gastro-intestinale stromale tumoren of gastro-intestinale stromaceltumoren (GIST). Ze ontstaan in het steunweefsel rond het maag-darmkanaal.
Er zijn wekedelensarcomen die snel en agressief uitzaaien en soorten die langzaam groeien en niet of nauwelijks uitzaaien.