Hormoonverstorende stoffen worden in verband gebracht met ernstige chronische ziekten, waaronder kanker.
Meer en meer studies wijzen er op dat hormoonverstoorders mee aan de basis liggen van een verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid bij mannen en vrouwen, een verhoogde incidentie van borst- en andere hormoongevoelige kankers, zwaarlijvigheid, diabetes, abnormale groeipatronen en neurologische ontwikkelingsachterstanden bij kinderen en veranderingen in het immuunsysteem. Deze veranderingen kunnen bovendien over generaties heen worden doorgegeven.
Tijdens belangrijke ontwikkelingsfasen in onze levenscyclus zijn we extra gevoelig voor hormoonverstoorders: in de baarmoeder, als klein kind, als puber en als je 50+ bent.