We zijn er sterker uitgekomen

Schouder aan schouder: Robbe Lambrecht en zijn verloofde Eugénie Temmerman

Uit Leven • Editie 101 • Januari 2024
Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers

Robbe Lambrecht (25) en Eugénie Temmerman (24) droomden van een huis en een kindje toen plots kanker op hun pad kwam. Robbe had een uitgezaaide, moeilijk te behandelen teelbalkanker. Volgens zijn artsen kroop hij door het oog van de naald. ‘We gingen heel verschillend met zijn ziekte om, maar net dat hield ons in balans’, zegt Eugénie.

Auteur: Annick Deckers • Fotograaf: Wannes Nimmegeers

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 29/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

Bijna dag op dag een jaar na de diagnose stond Robbe als dj achter de draaitafel op zijn eigen benefiet. Dat organiseerde hij samen met Eugénie ten voordele van Care4AYA, een vzw die zich in Gent inzet voor jonge mensen met kanker. Het zegt veel over zijn gedrevenheid in het hele verhaal. ‘Vanaf het begin bleef ik positief. Ik stopte de kanker in mijn rugzak en bleef gewoon mijn ding doen’, vertelt Robbe.

Vandaag pikt hij de draad van zijn vroegere leven voorzichtig weer op. Eugénie en hij trokken een weekje naar de zon en hij nam zijn job als accountmanager weer deeltijds op. Soms kan hij zelf amper geloven dat hij in minder dan een jaar zo’n heftig parcours aflegde.

Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers

Hoe kwam je ziekte aan het licht, Robbe?

Robbe: ‘Het begon allemaal vorige zomer. Ik had al een paar weken rugpijn, maar die leek onschuldig. Tot ik op een dag met hevige pijn in mijn zij op de plaatselijke spoed belandde. De diagnose: teelbalkanker, wellicht uitgezaaid. Dat was een enorme klap. Ik onderging diezelfde avond nog een operatie, waarbij de aangetaste teelbal werd weggenomen. Dat was ook nodig voor de diagnose.’

Eugénie: ‘De dag erna bleek uit scans dat de kanker al uitgezaaid was naar klieren in de buik, de lever en de longen. We kregen weinig informatie. Robbe zou chemotherapie krijgen, maar het woord genezing viel niet een keer.’
Robbe: ‘De dokters zagen het duidelijk heel somber in.’

Hoe kwam dat bij jullie binnen?

Robbe: ‘In het begin drong de ernst niet tot mij door. Ik wilde geen details horen over mijn kansen, maar er gewoon helemaal voor gaan. Aan een slechte afloop wilde ik niet denken.’

Hoewel ik me kon optrekken aan zijn niet-aflatende optimisme, had ik het er soms ook moeilijk mee. Ik kon mijn zwarte gedachten niet met hem delen uit schrik zijn moraal neer te halen.

Eugénie: ‘Robbe bleef zichzelf doelen stellen: naar een feest gaan, naar het wielrennen gaan kijken … Hij wilde blijven leven. Voor mij waren die eerste maanden vooral erg zwaar. Ik was heel bang dat Robbe zou sterven. Hoewel ik me kon optrekken aan zijn niet-aflatende optimisme, had ik het er soms ook moeilijk mee. Ik kon mijn zwarte gedachten niet met hem delen uit schrik zijn moraal neer te halen. Ook met anderen praatte ik er niet over, bang dat ze mij negatief zouden vinden en me daarom zouden gaan mijden. Gelukkig kon ik terecht bij de oncopsycholoog. Die formuleerde het heel mooi: Robbe was wit en ik zwart, maar samen waren we grijs en dat was goed. Robbe hield de moed erin, ik hield ons met de voeten op de grond.’

Sloeg de behandeling aan?

Robbe: ‘Ja, na vier chemoreeksen waren de tumoren sterk gekrompen. Maar ze waren niet weg. Daarom werd ik doorverwezen naar een universitair ziekenhuis. Daar zat het gevoel meteen goed. Eugénie werd mee betrokken in het verhaal en de oncoloog gaf veel informatie. Die was rechtuit: teelbalkanker is meestal heel goed te behandelen, zelfs met uitzaaiingen, maar mijn kanker behoorde tot die vijf procent die moeilijker aan te pakken zijn. Toch ging ze voor genezing.’
‘Ik kreeg weer twee chemokuren. De beleving was anders dan in het ziekenhuis waar ik eerst behandeld werd. Ik werd op een kamer gelegd met een leeftijdgenoot en mocht tijdens de therapie rondlopen. Er was ook een jongerenruimte met leuke zetels, een grote televisie, een voetbaltafel … Zo konden Eugénie en ik al eens ontsnappen. We hebben er zelfs haar verjaardag gevierd. Dat betekende veel voor ons.’

Maar het zwaarste moest toen nog komen.

Robbe: ‘Ja, na de chemotherapie onderging ik een zware ingreep om de resterende letsels uit mijn buik en lever te verwijderen. Toen bleek dat die geen kanker meer bevatten, zaten we opeens in een ideaal scenario. Om mijn kansen nog verder te verbeteren, werd nog een bijkomende therapie voorgesteld. Ik zou heel zware chemotherapie ondergaan, gevolgd door een stamceltransplantatie met eigen stamcellen om mijn afweer opnieuw op te bouwen. Vooral de drie weken isolatie waren mentaal en fysiek slopend. Als Eugénie me kwam bezoeken, zei ik soms geen woord. En toch stond ze daar elke dag.’

Na het voorbije jaar weten we zeker dat het goed zit. Als relatietest kon dat tellen.

‘Daarna onderging ik nog een laatste operatie om de letsels uit mijn longen te verwijderen. Ook die bevatten geen kankercellen meer. Ik werd kankervrij verklaard en alles zag er goed uit. Voor het eerst gaf mijn oncoloog toen toe dat ik door het oog van de naald gekropen was.’ 

Een zwaar traject. Welke impact had dat alles op jullie relatie?

Robbe: ‘We zijn er nog sterker uit gekomen. In die zin heeft mijn ziekte voor een stroomversnelling gezorgd: een paar weken geleden heb ik Eugénie ten huwelijk gevraagd.’
Eugénie: ‘Na het voorbije jaar weten we zeker dat het goed zit. Als relatietest kon dat tellen.’

Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers
Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers
Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers

Hoe kwamen jullie op het idee van een benefiet?

Robbe: ‘Ik had veel aan Care4AYA. Ik wilde heel graag iets terugdoen, en voor een dj in bijberoep lag een feestje voor de hand. We hebben daarom een aperitiefconcert met aansluitend een dj-party georganiseerd. Het was een groot succes en tegelijk een mooie afsluiter.’

Hoe gaat het nu met jou, Robbe?

Robbe: ‘Goed, al speelt de vermoeidheid me soms parten. Nu zelfs meer dan enkele weken geleden. Misschien is dat ook wel het zwarte gat, zoals ze zeggen.’
Eugénie: ‘Hij voelde al die tijd de adrenaline, had duidelijke doelen. Eerst door de behandeling, daarna door het benefiet. Dat valt nu allemaal weg.’
Robbe: ‘Maar al bij al ben ik er heel goed uit gekomen. Ik ben erg dankbaar voor deze afloop.

Leeftijdsspecifieke zorg

Kom op tegen Kanker zet zich samen met de AYA Movement in voor een betere zorg voor adolescenten en jongvolwassenen met kanker.

Op termijn moeten alle AYA’s (adolescents and young adults) toegang hebben tot leeftijdsspecifieke zorg, ongeacht in welk ziekenhuis ze behandeld worden. Kom op tegen Kanker ondersteunt ook een lerend netwerk van ziekenhuizen die werk maken van zorg op maat van AYA’s.

Meer info:

Hoe kijken jullie vandaag naar de toekomst?

Eugénie: ‘Positief, al durf ik niet echt op die roze wolk te gaan zitten. Uit schrik om nog dieper te vallen als het toch nog verkeerd zou uitdraaien. En sommige dingen zijn ook wel veranderd. Onze kinderwens is bijvoorbeeld niet meer vanzelfsprekend. Het romantische idee van een liefdesbaby en zorgeloos zwanger worden zullen we wellicht moeten opgeven. Dat doet pijn.’
Robbe: ‘De kans is groot dat de chemotherapie mijn vruchtbaarheid heeft aangetast. Die onderzoeken kunnen we pas over een jaar laten doen. In dat geval kunnen we overgaan tot IVF, met de zaadcellen die ik voor mijn behandeling liet invriezen. Maar het nieuws zou toch hard aankomen. Ook een huis kopen zal wellicht niet vanzelfsprekend zijn, omdat ik de eerste jaren wellicht geen schuldsaldoverzekering kan afsluiten.’
Eugénie: ‘Ik ben blij dat we in een positief verhaal zitten, maar met het woord dankbaar heb ik soms moeite. We worden verondersteld om dankbaar te zijn voor dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn. Het is ook geen onverdeeld happy end: we dragen nog altijd een zware rugzak.’

Heeft deze periode jullie veranderd?

Robbe: ‘Ja en nee. Ik ben dezelfde persoon gebleven, maar sta anders in het leven. Alles wat er nu op ons pad komt, is dubbel waardevol.’
Eugénie: ‘Ik herinner me nog de eerste keer dat we een terrasje deden nadat Robbe uit isolatie kwam. Daar hebben we toen zo ontzettend van genoten. We beseffen nu veel meer dat je in het nu moet leven. Soms denk ik, foert, ik koop gewoon dat dure merk spaghettisaus (lacht).’

Robbe en Eugénie Leven 101 - copyright Wannes Nimmegeers

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!