Je ziet niets aan mij, maar ik voel wel veel

Dirk Fouquet heeft een mondprothese

Uit Leven • Editie 97 • Januari 2023
Dirk Fouquet 1 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche

‘Een ongeluk zit in een klein hoekje’, zegt het spreekwoord. Bij Dirk Fouquet (65) kwam ook het geluk uit onverwachte hoek: door een fortuinlijk toeval werd tijdig mondbodemkanker bij hem ontdekt. De ingrijpende operatie en zijn fysiek herstel verliepen goed en met de mondprothese heeft Dirk intussen leren leven. Maar van de plotse confrontatie met zijn eigen eindigheid schrok hij hard. ‘In een vingerknip kan je leven een compleet andere wending krijgen. Die kwetsbaarheid maakt me al eens emotioneel.’

Auteur: Grete Flies • Fotograaf: Lieven Van Assche

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

‘Soms geneer ik me om te zeggen dat ik geluk heb gehad, omdat het zo pijnlijk is voor de mensen die het niet hebben gehad. En in een kankerverhaal komt het daar gewoon vaak op neer. Mijn chance was dat ik toevallig op het juiste moment voor jaarlijkse controle naar de tandarts moest en dat die achter mijn onderste snijtanden, in mijn mondbodem, iets opmerkte. Daar stopte mijn geluk niet: de tandarts stuurde een foto door naar zijn vrouw die specialist mond-, kaak- en aangezichtschirurgie is. Zij raadde me aan om zo snel mogelijk een afspraak te maken voor verder onderzoek.’

Dirk Fouquet 3 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche
Dirk Fouquet 2 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche

Nonchalant

‘Die opeenvolging van toevalligheden heeft mijn leven gered. Hoe groot is de kans dat de vrouw van je tandarts MKA-chirurg is, net dát wat jij nodig hebt? Het had heel anders kunnen lopen, want zelf ben ik nogal nonchalant op dat vlak. Ik voelde al wel een tijdje een soort irritatie als ik met mijn tong tegen mijn tandvlees kwam en ik maakte ook wat meer speeksel aan. Maar ik schoot niet in paniek. Als ik nog eens bij de dokter moest zijn, zou ik het wel vermelden.’

‘Zelfs toen bevestigd werd dat het mondbodemkanker was, was ik bereid om met een operatie te wachten tot de chirurg met verlof was geweest. Maar hij was gedecideerd: de ingreep moest nog gebeuren vóór zijn vertrek, enkele dagen later al. Mondtumoren kunnen namelijk heel snel ontwikkelen.’

Dirk Fouquet 4 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche

Ingrijpend

‘De operatie duurde ongeveer acht uur. De tumor zat centraal onder mijn onderste snijtanden, waarvan er vijf getrokken werden om ruimte te maken om de tumor te verwijderen. De chirurg nam ook de lymfe- en speekselklieren aan de twee kanten in mijn keel weg en transplanteerde weefsel en bloedvaten uit mijn onderarm naar mijn mond. Best ingrijpend dus, maar na een dag of acht stelde ik het al vrij goed: ik had eetlust en de gemixte maaltijden gingen goed binnen.’

De vele kleine ongemakken kunnen soms geweldig op mijn zenuwen en gemoed werken.

‘Ik mocht snel naar huis, maar moest nog vier maanden wachten op de prothese. De chirurg had veel kaakbeen moeten wegnemen, waardoor implantaten geen optie waren. De skeletprothese die ik draag, is een soort brug. Het metalen frame met tandvleeskleurig kunsthars en de ontbrekende tanden erop, klikt aan weerszijden van mijn mond vast. Het is uitneembaar, zodat de artsen de plek waar de tumor zat, goed kunnen opvolgen.’

Ongemakkelijk

‘Uiterlijk is er aan mij niets speciaals te merken. Het litteken op mijn arm waar huid en weefsel zijn weggenomen voor de reconstructie, is nog het meest zichtbaar, al bedekt mijn mouw of horloge dat meestal wel. Het litteken in mijn hals valt ook niet zo op. Maar zelf ervaar ik tal van ongemakken, doordat verschillende zenuwbanen beschadigd of doorgesneden werden tijdens de ingreep. Het litteken op mijn arm is prikkelbaar, waardoor ik mijn mouw of horloge daar moeilijk kan verdragen. Het is alsof iemand er een vlam tegen houdt.’

‘Rechts is mijn hoofd gevoeliger dan links: mijn kaak, oor, keel … Soms kan ik nauwelijks op die kant op mijn kussen liggen. Het eerste jaar had ik geregeld kinesitherapie nodig voor lymfedrainage. Door de afwezigheid van lymfeklieren in mijn keel heb ik sneller last van vochtophoping – oedeem – in mijn gezicht, wat een vervelende druk rond mijn ogen geeft.’

Gefrustreerd

‘De prothese drukt vrij hard aan op mijn tanden en tandvlees, want ze moet uiteraard goed vastzitten. En toch is er geen 100 procent afdichting met mijn tandvlees, waardoor ik moet opletten als ik eet of drink. Praten is ook anders: bij sommige woorden lispel ik. Na het eten moet ik de prothese poetsen om ontstekingen te voorkomen, ook op restaurant. En net dan komt er altijd iemand het toilet binnen.’
 

Mondbodemkanker

Per jaar krijgen in België ongeveer 970 mensen de diagnose mondkanker. Bij ongeveer 180 mensen gaat het om een tumor in de bodem van de mond. We noemen dat mondbodemkanker of mondbodemcarcinoom.

De behandeling van mondbodemkanker bestaat meestal uit een operatie of radiotherapie of een combinatie van een operatie en radiotherapie. Lees hier meer over de behandelingen bij hoofd-halskanker.

‘Die vele kleine ongemakken kunnen soms geweldig op mijn zenuwen en gemoed werken. Vroeger nog meer: vaak vergalden ze compleet mijn dag. De continue vermoeidheid hielp ook niet om de moraal hoog te houden. Voordien had ik nooit aan mijn lichaam getwijfeld. Ik kon lange werkdagen aan en was niet snel moe. Sinds de operatie kan ik nog een halve dag mee en dat frustreert me. Dat maakt dat de goesting om iets te ondernemen ver te zoeken is, al gaat het intussen wel beter.’

Dirk Fouquet 5 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche

Donkere gedachten

‘Er is een periode geweest dat het eigenlijk allemaal niet meer hoefde voor mij. Ik haalde nergens nog plezier uit. Ik was lichtgeraakt en kortaf. Mijn vrouw moest toen veel incasseren, terwijl zij net mijn grote steun was. Maar ook in de supermarkt kon ik bijvoorbeeld heftig reageren. Stond er iemand met zijn kar in de weg, ik zou bijna agressief geworden zijn. Zo’n persoon wou ik niet zijn. Ik heb toen meermaals donkere gedachten gehad. De mentale en fysieke pijn, ik wou ervan af.’

De kwetsbaarheid die ik gevoeld heb, blijft hangen. De vanzelfsprekendheid waarmee ik naar mijn lichaam en mijn gezondheid keek, is voorgoed weg.

‘Natuurlijk bood de oncoloog psychologische ondersteuning aan. Eén keer deed ik mijn verhaal bij een psycholoog, maar ik had persoonlijk niet het gevoel dat zulke gesprekken mij zouden helpen. Misschien ben ik nog van de generatie die zijn problemen zelf oplost? Na twee jaar voel ik verbetering, gewoon door mezelf voor te nemen er niet meer zo vaak aan te denken. Het lukt gedeeltelijk, maar het blijft een moeilijk verwerkingsproces. Ik heb nu eenmaal geen af- en aan-knopje.’

Verwerking

‘Ook in lotgenotengroepen zal je me niet vinden. Ik heb geen behoefte om er met wildvreemden over te praten. Ik ben ook nog met mijn eigen verwerking bezig, ik weet niet goed hoe ik zal reageren als anderen hun verhaal doen. Het is alsof ik het er niet kan bijnemen, al klinkt dat egoïstischer dan ik het bedoel. Ik vrees ook dat ik voor anderen niet meteen iets kan betekenen met mijn verhaal. Van alle bijwerkingen ben ik tenslotte zelf bijna depressief geworden. Hoopgevend is dat niet voor anderen, toch?’

‘Ik geloof erin dat de tijd me zal helpen om het allemaal te aanvaarden. Dat de frustraties op termijn wegebben en ik met de neveneffecten leer leven. Maar de kwetsbaarheid die ik gevoeld heb, blijft hangen. De vanzelfsprekendheid waarmee ik naar mijn lichaam en mijn gezondheid keek, is voorgoed weg. Uiteraard waande ik mezelf nooit onsterfelijk, maar ik sta nu veel meer stil bij de eindigheid. En vooral hoe plots alles kan veranderen of zelfs gedaan zijn. Ik ben mijn tandarts zo dankbaar voor zijn alertheid. Het leven hangt vaak van zulke dingen af.’

Emotioneel

‘Als ik stilsta bij hoe anders het had kunnen aflopen, word ik emotioneel. Het idee dat mijn vrouw alleen achtergebleven zou zijn, is ondraaglijk. Twee jaar lang heeft die gedachte erg aan mij gevreten. Nu de laatste scan weer geruststellend was, vermindert de angst voor herval stilaan. De meest kritieke periode zijn we intussen voorbij. Dat ik gezond ben, vind ik lang geen evidentie meer, maar een groot geluk om te koesteren.’
 

Dirk Fouquet 6 - Foto Kom op tegen Kanker / Lieven Van Assche

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!