‘Natuurlijk bood de oncoloog psychologische ondersteuning aan. Eén keer deed ik mijn verhaal bij een psycholoog, maar ik had persoonlijk niet het gevoel dat zulke gesprekken mij zouden helpen. Misschien ben ik nog van de generatie die zijn problemen zelf oplost? Na twee jaar voel ik verbetering, gewoon door mezelf voor te nemen er niet meer zo vaak aan te denken. Het lukt gedeeltelijk, maar het blijft een moeilijk verwerkingsproces. Ik heb nu eenmaal geen af- en aan-knopje.’
Verwerking
‘Ook in lotgenotengroepen zal je me niet vinden. Ik heb geen behoefte om er met wildvreemden over te praten. Ik ben ook nog met mijn eigen verwerking bezig, ik weet niet goed hoe ik zal reageren als anderen hun verhaal doen. Het is alsof ik het er niet kan bijnemen, al klinkt dat egoïstischer dan ik het bedoel. Ik vrees ook dat ik voor anderen niet meteen iets kan betekenen met mijn verhaal. Van alle bijwerkingen ben ik tenslotte zelf bijna depressief geworden. Hoopgevend is dat niet voor anderen, toch?’
‘Ik geloof erin dat de tijd me zal helpen om het allemaal te aanvaarden. Dat de frustraties op termijn wegebben en ik met de neveneffecten leer leven. Maar de kwetsbaarheid die ik gevoeld heb, blijft hangen. De vanzelfsprekendheid waarmee ik naar mijn lichaam en mijn gezondheid keek, is voorgoed weg. Uiteraard waande ik mezelf nooit onsterfelijk, maar ik sta nu veel meer stil bij de eindigheid. En vooral hoe plots alles kan veranderen of zelfs gedaan zijn. Ik ben mijn tandarts zo dankbaar voor zijn alertheid. Het leven hangt vaak van zulke dingen af.’
Emotioneel
‘Als ik stilsta bij hoe anders het had kunnen aflopen, word ik emotioneel. Het idee dat mijn vrouw alleen achtergebleven zou zijn, is ondraaglijk. Twee jaar lang heeft die gedachte erg aan mij gevreten. Nu de laatste scan weer geruststellend was, vermindert de angst voor herval stilaan. De meest kritieke periode zijn we intussen voorbij. Dat ik gezond ben, vind ik lang geen evidentie meer, maar een groot geluk om te koesteren.’