Met bovenstaande onderzoeken bekijkt je artsenteam in welk stadium de kanker zit.
Voor non-hodgkinlymfomen onderscheiden we vier stadia:
- Stadium I: één groep lymfeklieren of één orgaan is aangetast, bijvoorbeeld de lymfeklieren in één oksel.
- Stadium II: twee of meer groepen lymfeklieren aan dezelfde kant van het middenrif zijn aangetast.
- Stadium III: er zijn lymfeklieren of weefsel aangetast boven én onder het middenrif. Of er zijn klieren aangestast boven het middenrif en in de milt.
- Stadium IV: het lymfoom verspreidde zich naar andere organen zoals het beenmerg, de lever of de longen.
Bij elk stadium wordt de letter ‘B’ toegevoegd (bijvoorbeeld stadium IIB) als er zogenaamde ‘B-symptomen’ optreden:
- meer dan 10 procent onverklaarbaar gewichtsverlies
- onverklaarbare hoge koorts
- fel zweten ’s nachts
Bij patiënten zonder die symptomen wordt de letter ‘A’ toegevoegd aan het stadium (bijvoorbeeld stadium IA).
Op basis van het stadium kan de specialist inschatten hoe de ziekte zal evolueren en welke behandeling het meest aangewezen is.
Daarnaast helpt ook de groeisnelheid om de behandeling te bepalen. Sommige non-hodgkinlymfomen bestaan uit traag groeiende cellen (indolente of niet-agressieve lymfomen) en andere uit snelgroeiende cellen (agressieve lymfomen).