Het stadium van kanker

Het stadium van kanker verwijst naar hoe uitgebreid de ziekte is: hoe groot de tumor is en of hij zich verspreid heeft. Het stadium van je kanker helpt je arts om in te schatten hoe ernstig je ziekte is, hoe groot de kans op overleving en wat de beste behandeling is. Om het stadium te bepalen, onderga je allerlei onderzoeken zoals bloedtesten en röntgenonderzoek.

Systemen om het stadium te beschrijven

Er zijn verschillende hulpmiddelen waarmee artsen overal ter wereld kanker nauwkeurig beschrijven en classificeren. Een van die hulpmiddelen is de TNM-classificatie. Bij deze methode wordt beschreven hoe het gesteld is met

  • T: de grootte en uitgebreidheid van de primaire tumor (T staat voor tumorgrootte),
  • N: de dichtbijgelegen lymfeklieren (van het Engelse node), 
  • M: de metastasen op afstand. 

Bijvoorbeeld: bij een ‘T2, N1, M0’ is de primaire tumor al niet meer zo onschuldig (want T2 betekent meestal groter dan 2 of 3 cm), zijn er ook lymfeklieren gevonden met kankercellen in, maar geven verschillende onderzoeken (o.a. CT-scan, PET-scan ...) aan dat er geen metastasen zijn.

Voor de meeste kankersoorten kunnen we vier stadia onderscheiden. Ze worden aangeduid met Romeinse cijfers van I (beginstadium) tot en met IV (vergevorderd stadium).

  • Stadium I: de tumor bevindt zich nog precies op de plek waar hij ontstaan is en is nog niet in de omliggende weefsels doorgegroeid.
  • Stadium II: de kanker is in het omliggende weefsel doorgegroeid maar blijft zeer dicht bij die primaire tumor zitten. Er zitten meestal nog geen cellen in de lymfeklieren of in andere organen.
  • Stadium III: kankercellen hebben zich verspreid in de lymfeklieren in de omgeving van de originele tumor.
  • Stadium IV: kankercellen hebben zich ook verspreid in de rest van het lichaam.

Er bestaan nog een paar andere methoden om kankers en hun evolutie te beschrijven, voor bloedkankers bijvoorbeeld. We spreken ook niet bij elke soort kanker van stadia. De graad van een tumor bijvoorbeeld beschrijft hoe normaal of abnormaal cellen er onder de microscoop uitzien. Graden worden meestal ook met cijfers aangeduid. Een lagere graad betekent meestal dat de kanker langzamer groeit en minder kans heeft op verspreiden.

Belang van onderzoeken

Voor een goede stadiumbepaling zijn soms veel onderzoeken nodig, en dat kan even duren. Je vraagt je misschien af waarom er niet sneller wordt ingegrepen om de kanker aan te pakken. Die tijd hebben artsen echter nodig voor onderzoeken om tot de beste behandeling te komen. Het is normaal dat er tussen het moment van de diagnose en het begin van de behandeling een periode van drie tot vier weken zit. Een goed overleg met de behandelend arts kan veel nodeloze angst of onzekerheid wegnemen.

Met dank aan dr. Christel Fontaine
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op