Onderzoeken en diagnose van nierkanker

Met het urineonderzoek controleert hij de concentratie van bepaalde stoffen in de urine. De arts controleert ook of er bloed in de urine zit. Met het bloedonderzoek kan hij de werking en de conditie van de nieren meten. De werking van de nieren is meestal totaal niet verstoord door een niertumor.

Aanvullend onderzoek door de uroloog begint meestal met een echografie. Die echografie brengt de nieren duidelijk in beeld: de arts kan een eventuele tumor goed zien.

Als er een vermoeden van nierkanker is, kunnen nog andere onderzoeken volgen om te zien of er misschien uitzaaiingen zijn elders in het lichaam: een CT-scan, een MR-scan, een longfoto en een botscan (of isotopenscan).

Met bovenstaande onderzoeken bekijkt je artsenteam in welk stadium de kanker zit. De artsen houden rekening met 

• de grootte van de tumor
• de eventuele doorgroei van de tumor buiten de nier
• uitzaaiingen in de lymfeklieren en/of organen of plaatsen elders in het lichaam

Bij nierkanker zijn er vier stadia:

• Stadium I: de tumor van 7 centimeter doorsnede of minder bleef beperkt tot de nier. Er zijn geen uitzaaiingen te zien.
• Stadium II: de tumor van meer dan 7 centimeter doorsnede bleef beperkt tot de nier. Er zijn geen uitzaaiingen te zien.
• Stadium III: er is aantasting, niet alleen in de nier maar ook in één lymfeklier dicht bij de nier of de tumor is door het nierkapsel gegroeid en één lymfeklier dicht bij de nier is aangetast. Er zijn geen uitzaaiingen in andere organen gevonden.
• Stadium IV: de tumor is door het nierkapsel gegroeid en verschillende lymfeklieren zijn aangetast of er zijn uitzaaiingen in andere organen.