Kankercellen kunnen zich via de bloedbaan of het lymfestelsel verspreiden naar andere lichaamsdelen. Ze kunnen zich daar verder ontwikkelen en tumoren vormen. Die verspreiding van kankercellen noemt men uitzaaiingen of metastasen.
De plaatsen waar de meeste cellen terechtkomen zijn de lymfeklieren, het bot, de lever en de longen. Er zijn
- regionale metastasen: uitzaaiingen in de buurt van de oorspronkelijke tumor
- metastasen op afstand: uitzaaiingen in andere organen, zoals de lever of de longen
Een uitzaaiing is geen nieuwe soort kanker: als een kanker uitgezaaid is, dan wordt hij nog steeds genoemd naar het lichaamsdeel waar hij eerst ontstond. Bijvoorbeeld: je hebt borstkanker met uitzaaiingen in de longen. Die uitzaaiingen in de longen zijn geen longkankercellen, maar wel borstkankercellen. Je zegt dan niet dat die persoon borstkanker én longkanker heeft, maar wel borstkanker met uitzaaiingen in de longen.
