Een hersentumor kan dikwijls geopereerd, bestraald en/of behandeld worden met chemotherapie.
Bij graad I-gliomen is de standaardbehandeling, als de toestand van de patiënt het toelaat, een operatie (chirurgie) om de tumor helemaal weg te nemen. Daarna is er geen nabehandeling nodig. Kan de tumor niet of maar gedeeltelijk verwijderd worden, dan is radiotherapie aangewezen.
Ook bij graad II-gliomen is de standaardbehandeling, als de toestand van de patiënt het toelaat, een operatie. Of je een nabehandeling met chemotherapie en/of radiotherapie krijgt, hangt onder andere af van het resultaat van de operatie, je leeftijd, de moleculaire kenmerken van de tumor en of de epileptische aanvallen onderdrukt kunnen worden met gepaste medicatie.
Bij graad III-gliomen wordt de operatie altijd gevolgd door radiotherapie en chemotherapie.
Bij graad IV-gliomen wordt een biopsie of operatie gevolgd door radiotherapie in combinatie met chemotherapie (temozolomide) en daarna krijg je nog elke maand temozolomide.
De meeste patiënten met een meningeoom dat klachten veroorzaakt en snel groeit, worden geopereerd. Bestraling wordt voorbehouden voor meningeomen van graad I die niet of onvolledig weggehaald zijn en opnieuw groeien, of voor meningeomen van graad II of III. Meningeomen van graad I groeien traag en geven doorgaans weinig klachten zodat ze niet meteen behandeld moeten worden. Als een meningeoom op de hersenen drukt, kan dat wel neurologische klachten veroorzaken en is er wel een snellere behandeling nodig.
Stel je arts gerust vragen over de voorgestelde behandelmogelijkheden en over mogelijke bijwerkingen van de behandeling. Als je twijfelt, kan een tweede mening van een andere specialist verhelderend en nuttig zijn.