- Als je arts vermoedt dat je misschien acute lymfatische leukemie hebt, zal hij een gericht bloedonderzoek doen.
- Als dat verdachte afwijkingen aan het licht brengt, volgt een beenmergonderzoek. Voor zo’n onderzoek is een beenmergpunctie en eventueel een botbiopsie nodig.
Met die onderzoeken stelt een arts die gespecialiseerd is in bloedziekten (hematoloog) de diagnose. Als je acute lymfatische leukemie hebt, helpen het bloed- en beenmergonderzoek ook te bepalen welk type je precies hebt.
Er kunnen ook nog andere onderzoeken plaatsvinden:
- röntgenonderzoek van het hart en de longen
- echografie van de buik
- hartfunctieonderzoek om de werking van de hartspier te testen
- extra bloedonderzoek om meer informatie te verkrijgen over hoe bepaalde organen werken (bijvoorbeeld de lever en de nieren)
- punctie van ruggenmergvocht
- DNA-onderzoek of moleculair onderzoek, om veranderingen te ontdekken in lichaamscellen. Die veranderingen of mutaties kunnen de reden zijn dat kankercellen blijven groeien en delen. Ze opsporen is belangrijk om te kunnen kiezen voor de best mogelijke behandeling. Ongeveer 25 procent van de mensen met ALL hebben het Philadelphiachromosoom. Die mutatie is niet erfelijk. Je geeft ze niet door van ouder op kind.