Elines werkdag begint aan haar computer. ‘Eerst zoek ik op of er patiënten die ik opvolg vandaag in het (dag)ziekenhuis aanwezig zijn. Straks probeer ik bij hen langs te gaan. Maar eerst beantwoord ik nog enkele interne mails. En natuurlijk is er ook druk mailverkeer met externe partners. Ik deed gisteren bijvoorbeeld voor een van de patiënten een rondvraag voor een plaats in een revalidatiecentrum. Nu maar hopen dat er een positief antwoord in mijn mailbox zit.’
Uitzoomen
In het dagziekenhuis oncologie-hematologie klopt Eline bij Tiny aan. Ze heeft acute leukemie en kreeg een half jaar chemotherapie. Vandaag is ze in het ziekenhuis voor een controleonderzoek. ‘Ik heb drie jonge kinderen’, vertrouwt Tiny ons toe. ‘In de eerste gesprekken met Eline ging het vooral over hen. Eline reikte me handvaten aan hoe ik met hen kon praten over ziek zijn en hoe ik er als zieke moeder kon blijven zijn voor hen.’
Hoe voelt Tiny zich vandaag? Hoe gaat het thuis? Lukt het met het huishouden nu Tiny’s man weer aan het werk is? Hoe geraakt Tiny straks terug thuis? Tijdens het gesprek komt veel aan bod. ‘Als je ziek bent, wordt je wereld heel klein’, zegt Tiny. ‘Eline helpt me om uit te zoomen en naar het grotere plaatje te kijken. Daar ben ik haar ontzettend dankbaar voor.’
Vertrouwensband
Eline en haar collega’s kijken naar de ruimere sociale en emotionele context van de patiënt. ‘Velen denken dat we vooral met praktische zaken bezig zijn. Dat klopt natuurlijk voor een stuk: we zoeken bijvoorbeeld mee naar vervoer voor de verplaatsingen tussen het ziekenhuis en thuis, hulpmiddelen om (weer) thuis te kunnen wonen, thuisverpleging en huishoudhulp. Maar dat is zeker niet het enige aspect van onze job. Minstens even belangrijk is ingaan op hoe mensen hun ziekte beleven en wat dat doet met hen en hun naasten.’