‘Op de eerste dag van de lente, 21 maart 2016, kreeg ik te horen dat ik borstkanker had. Ik had in mijn directe omgeving nog nooit iets gelijkaardigs meegemaakt. Een tante was wel gestorven aan kanker maar dat was ver van mijn bed, ik heb nooit goed beseft wat het betekende. Ik reageerde heel rustig op de diagnose. Ik wou me klaarmaken voor wat kwam, ook al wist ik niet wat dat precies was. Als het me nog eens zou overkomen, zou ik niet meer zo sereen zijn. Nu weet ik hoe beproevend het is: een operatie, chemotherapie, radiotherapie, hormoonbehandeling, revalidatie.’
‘Het schrikbeeld dat iedereen heeft van chemotherapie is de realiteit. Toch heb ik chemo leren zien als een vriend die me zou helpen. Daardoor heb ik de storm die hij in mijn lichaam veroorzaakte kunnen doorstaan. Eigenlijk vond ik de radiotherapie veel moeilijker. Toen ik daaraan begon, was ik al zeer vermoeid door de chemo. Ik had niet meer dezelfde veerkracht en moed. Bovendien vond ik radiotherapie veel traumatischer. Bij chemo ben je omringd door ziekenhuispersoneel, er gingen altijd vrienden mee. Radiotherapie, dat is iets tussen jou en de machine. Ik kon dat niet vatten.’