Intussen is Ilses zoon Ole (12) thuis van school. Hij heeft tijd om wat te ‘chillen’ in de zetel voordat hij naar de voetbaltraining moet. Drieke (13) komt wat later, we wandelen nog even tot aan de Bredense Spuikom. ‘Dit is de plek waar ik tot rust kom. Ook toen ik ziek was, kwam ik hier vaak. Ik heb toen nog geprobeerd rond de Spuikom te wandelen, 3,8 kilometer. Halverwege is mijn man me komen oppikken, ik kon niet meer. Intussen loop ik alweer regelmatig mijn rondjes. Maar ik kan niet zeggen dat ik al helemaal de oude ben, de vermoeidheid blijft. Ook werken lukt nog altijd niet op volle kracht. Ik ben veel te vroeg herbegonnen, al in november 2017. Thuis kwamen de muren op me af, ik wilde me weer nuttig voelen. Ik miste de collega’s, de projecten. Maar ik was er achteraf gezien nog helemaal niet klaar voor. Ik ben echt op karakter doorheen die eerste maanden gesparteld.’
Positief ingesteld
Drieke komt eraan. In het toneelstuk begeleidt ze haar mama op gitaar. Alle nodige spullen worden gepakt en dan gaat het met de auto naar Knokke. In de grote zaal van het cultuurcentrum is het soundchecken aan de gang. Alle spelers maken hun opwachting op het podium, klank en licht worden gefinetuned. Tussendoor heerst in de backstage een gezellige drukte. ‘Het is een toffe groep. Toen ik in behandeling was, had ik geen behoefte aan contact met lotgenoten. Ik sta positief in het leven. Ik dacht - onterecht - dat spreken met lotgenoten vooral zou neerkomen op zeuren over ziek zijn. In de Koninklijke Villa stelde ik vast dat heel veel patiënten positief ingesteld zijn. Er zijn vriendschappen voor het leven gesmeed. Mensen die kanker hebben gehad, begrijpen elkaar met een half woord. Als we over vermoeidheid spreken, weten we perfect waarover we het hebben. Als ik familie of vrienden zeg dat ik moe ben, raden sommigen me aan om wat bij te slapen. Ze bedoelen het goed, maar ze hebben het over iets helemaal anders.’