Alena (ze blijft liever anoniem, dus gebruiken we hier niet haar echte naam) is 8 jaar oud wanneer dokters een hersentumor ontdekken. Omdat de medische wetenschap in haar thuisland nog niet zo ver staat, verhuist haar gezin naar België. Eenmaal hier wordt ze met chemotherapie behandeld. Een operatie is niet mogelijk, daarvoor zit de tumor te diep in haar hersenen. Door de chemo gaat hij in slaapstand, maar twee jaar geleden werd hij weer ‘wakker’.
Sinds haar herval neemt Alena chemopillen. ‘In het begin had ik daar echt last van. Ik was moe, misselijk en mijn smaak veranderde. Vroeger vond ik confituur bijvoorbeeld echt niet lekker, maar toen ik pas begon met de chemopillen, at ik twee weken niks anders dan confituur. Tot ik het echt helemaal beu was.’
Ondertussen heeft ze geen last meer van de chemopillen. Wie niet weet dat Alena ziek is, kan het nergens uit afleiden. ‘Toen ik de eerste keer ziek was, verloor ik al mijn haar. Daar werd ik op school erg mee gepest. Daarom weet nu niemand dat ik ziek ben, buiten mijn dichte familie, mijn leerkrachten en een goede vriendin. Ik wil niet dat mensen mij anders behandelen omdat ik kanker heb. Daarom probeer ik me altijd sterk te houden, ook voor de mensen die het wel weten.’