Bij uitwendige bestraling wordt bestraald met een machine buiten het lichaam. De duur van de bestraling, de dosis en het aantal bestralingen hangen vooral af van het type tumor en de uitgebreidheid van de ziekte. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.
Om het bestralingsgebied zo klein mogelijk te houden, is het van belang dat de positie van de prostaat tijdens alle bestralingen gecontroleerd kan worden. Daarom worden er soms vier goudmarkers in de prostaat gebracht. Die staafjes van ongeveer 4 mm lang en 1 mm doorsnede zijn een hulpmiddel om de bewegingen van de prostaat goed te kunnen volgen en heel nauwkeurig te bestralen. Het gebruik van goudmarkers verkleint de kans op bestraling van de blaas en het rectum.
Bijwerkingen
De radiotherapeut-oncoloog stelt de dosis en het bestralingsveld zo in dat gezonde weefsels en organen zoveel mogelijk gespaard blijven. Toch moet je rekening houden met mogelijke neveneffecten. Je arts of een verpleegkundige geeft je daarover op voorhand meer uitleg.
Tijdens en nog even na de behandeling komen (tijdelijke) blaasklachten, slijm bij de stoelgang of pijn bij de ontlasting voor. Ook erectiestoornissen en urineverlies zijn mogelijke bijwerkingen. Vaak voelen mensen zich moe tijdens en na radiotherapie. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.