Doelgerichte therapie bij leverkanker

Voor de behandeling van vergevorderde leverkanker wordt vandaag vooral het doelgerichte medicijn bevacizumab gebruikt (merknaam Avastin) in combinatie met immunotherapie. Als die behandeling niet kan (bijvoorbeeld na een transplantatie), kan sorafenib (Nexavar) of lenvatinib (Lenvima).

Aan patiënten bij wie die behandelingen niet meer werken of te veel bijwerkingen veroorzaken, wordt soms regorafenib (Stivarga) voorgesteld.

De ontwikkeling van doelgerichte medicijnen is volop in evolutie. Daardoor komen er regelmatig nieuwe medicijnen bij.

Bij doelgerichte therapie verschillen de bijwerkingen per medicijn. Ook je conditie en je leeftijd spelen een rol. Doelgerichte medicijnen hebben andere nevenwerkingen dan de klassieke bijwerkingen van chemotherapie. Ze werken doelgerichter in op de kwaadaardige cellen en tasten minder gezond weefsel aan.

Bevacizumab veroorzaakt bij de meeste patiënten weinig bijwerkingen. Mogelijke bijwerkingen van sorafenib, lenvatinib en regorafenib zijn huiduitslag, zwelling, blaren of eelt op de handpalmen en voetzolen (vooral op de drukplaatsen), diarree, gestegen bloeddruk, misselijkheid, minder eetlust en vermoeidheid.

Elk medicijn heeft specifieke mogelijke bijwerkingen. Je arts of een verpleegkundige geeft je daarover op voorhand meer uitleg. Bespreek zelf ook op tijd problemen of symptomen met je arts. Hij kan jou raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.