Wie heeft recht op terugbetaling?
Het invriezen van voortplantingsmateriaal wordt terugbetaald voor
- mannen (jonger dan 45 jaar) en vrouwen (jonger dan 38 jaar) die een kankerbehandeling moeten ondergaan die mogelijk invloed heeft op hun vruchtbaarheid,
- vrouwen die draagster zijn van een gemuteerd gen dat het risico op borst- en/of eierstokkanker verhoogt en die daarom preventief hun eierstokken laten wegnemen,
- vrouwen met een borderline-eierstoktumor (een grensgeval tussen een goedaardige en een kwaadaardige tumor op de eierstokken),
- mannen en vrouwen met een zeldzame bloedziekte die een stamceltransplantatie moeten ondergaan. Een voorbeeld is thalassemie, een erfelijke bloedziekte waarbij het lichaam onvoldoende en afwijkend hemoglobine (een eiwit in de rode bloedcellen) aanmaakt. Een ander voorbeeld is sikkelcelanemie, een vorm van erfelijke bloedarmoede.
Gedurende de tien jaar waarin het afgenomen voortplantingsmateriaal wordt bewaard, mag het fertiliteitscentrum geen kosten aanrekenen aan de patiënt. De patiënt betaalt wel remgeld op honoraria van bijvoorbeeld raadplegingen.
Voor mensen van wie vruchtbaarheidsmateriaal is afgenomen vóór 1 mei 2017 (= voordat de terugbetalingsovereenkomst van kracht was) en die onder de nieuwe regelgeving wel recht hebben op terugbetaling, is afgesproken dat de vruchtbaarheidscentra maximaal 50 euro per jaar kunnen aanrekenen voor de bewaring van het materiaal tot tien jaar na afname.