Maar bewerken van voedsel kan ook nadelig zijn en onze voeding minder gezond maken. Denk bijvoorbeeld aan de toevoeging van suiker, (verzadigd) vet en/of zout. Bewerkingen kunnen er ook voor zorgen dat (een deel van) de aanwezige voedingsstoffen (bijv. voedingsvezels, vitaminen en mineralen) verloren gaan. Bij verhitting kunnen er ook schadelijke componenten gevormd worden.
Sterk bewerkte voedingsmiddelen of ultrabewerkte producten ondergaan complexe industriële processen die veel verder gaan dan koken, bakken of invriezen: fractionering, hydrogenatie, extrusie, chemische modificatie … Het zijn processen waar we ons nauwelijks iets kunnen bij voorstellen. Die voedingsmiddelen bevatten quasi altijd toegevoegde suikers, vetten en zout. En vaak ook nog andere additieven om smaken te imiteren of ongewenste sensorische eigenschappen te maskeren, bijvoorbeeld kleurstoffen, smaakstoffen, smaakversterkers, zoetstoffen, vulstoffen, (anti)schuimmiddelen, emulgatoren, glansmiddelen en drijfgassen.
Door de talrijke industriële processen en toevoegingen van stoffen is het zo goed als onmogelijk om de originele ingrediënten nog te herkennen. Het doel van de bewerking is om kant-en-klaar voedsel te creëren dat gebruiksvriendelijk, smakelijk en aantrekkelijk is.
Hierdoor ontstaan evenwel energierijke voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan suiker, (verzadigd) vet en/of zout en tegelijkertijd een laag gehalte aan voedingsvezels, eiwitten, vitaminen en/ of mineralen. Deze producten brengen met andere woorden nog maar weinig waardevolle stoffen aan. Ze worden daarom nogal eens ‘lege calorieën’ genoemd: ze vullen wel, maar ze zijn niet voedzaam. Ultrabewerkte voedingsmiddelen herken je aan hun etiket: vaak hebben ze een lange lijst van bekende en onbekende ingrediënten en additieven.
Een hoge consumptie ervan wordt in verband gebracht met overgewicht en de daarmee samenhangende aandoeningen. Je eet er daarom het best zo weinig mogelijk van.