Chemotherapie bij borstkanker

Chemotherapie na een operatie voor borstkanker is bedoeld om het risico te verkleinen dat de kanker terugkomt. Chemotherapie wordt soms ook vóór een operatie gebruikt om het gezwel te verkleinen.

De naam ‘chemotherapie’ verwijst naar een behandeling met geneesmiddelen die kankercellen vernietigen of de groei ervan afremmen. Die medicijnen (ook cytostatica genoemd) krijg je meestal met een infuus, zodat ze zich via de bloedbaan in je hele lichaam kunnen verspreiden. Niet alle kankercellen zijn even gevoelig voor dezelfde medicijnen. Daarom schrijft je arts meestal een combinatie van verschillende soorten voor.

Vaak krijg je chemotherapie via een centraal veneuze katheter. Voor chemotherapie zijn er verschillende soorten katheters. Je arts kiest op basis van de soort kanker, de chemomedicijnen, de intensiteit en de duur van de behandeling. Je arts kan uitleggen waarom een bepaald soort katheter in jouw geval wel of niet aangewezen is.

Bijwerkingen

Chemotherapie tast ook gezonde sneldelende cellen aan. Daardoor kun je te maken krijgen met bijwerkingen als vermoeidheid, misselijkheid en braken, verlies van eetlust, een ontstoken mond, meer kans op infecties door te weinig witte bloedcellen, een doof of slapend gevoel of tintelingen in handen en voeten, haarverlies. Niet iedereen heeft evenveel last. De bijwerkingen hangen onder andere af van de dosis en de duur van de behandeling en van individuele gevoeligheid. Om klachten zoals misselijkheid en braken tegen te gaan, start de arts meestal preventief al de gepaste medicatie op. Als het nodig is, kan die in de loop van de behandeling nog aangepast worden.

Na de behandeling verdwijnen de meeste bijwerkingen. Bepaalde bijwerkingen kunnen wel maanden of jaren voelbaar blijven, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen of een doof gevoel in handen en voeten. Meld bijwerkingen altijd aan je behandelend arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.

Bij vrouwen die nog niet in de menopauze zijn, wordt de menstruatie door de chemotherapie soms onregelmatig of blijft ze achterwege. Dat betekent niet dat je helemaal niet meer zwanger kunt worden. Je gebruikt het best dus wel nog anticonceptiemiddelen, maar niét de pil. 

Bij vrouwen van 40 jaar en ouder vervroegt de menopauze vaak door de chemotherapie.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan dr. Kevin Punie, prof. dr. Ann Smeets en prof. dr. Hans Wildiers
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op