Tijdens de behandeling kun je je bij momenten depressief, angstig, boos, gefrustreerd, hulpeloos of alleen voelen. Vermoeidheid kan deze donkere gevoelens nog versterken. Stemmingen kunnen snel omslaan, van heel positief tot uitzichtloos. Vaak bieden familieleden en vrienden de nodige steun, maar de gevoelens kunnen zo overweldigend zijn dat het moeilijk wordt om er met naasten over te praten. Mogelijk lukt dit beter met lotgenoten (via de community, lotgenotengroepen, activiteiten ...), of in een anoniem gesprek via de Kankerlijn. Je kunt ook een beroep doen op de psychologen of sociaal werkers van het ziekenhuis om je gevoelens bespreekbaar te maken. Aanvullende behandelingen zoals meditatie, yoga, mindfulness en relaxatietherapie kunnen eveneens helpen. Je huisarts kan je verwijzen naar psychosociale zorgverleners die ervaring hebben met de begeleiding van mensen met kanker.