Het hand-voetsyndroom uit zich in huidveranderingen van de handpalmen en voetzolen, zoals roodheid, zwelling, schilferende of vervellende huid, blaren, kloofjes, branderig gevoel, jeuk, pijn bij het gebruik van de handen of bij het stappen.
Meld je klachten zeker aan je behandelend arts zodat hij ze mee kan opvolgen. De handen en voeten meermaals per dag insmeren met een hydraterende huidcrème, kan verlichting brengen.
Enkele andere tips:
- Vermijd blootstelling aan heel koud of heel heet water.
- Gebruik een milde, vochtinbrengende, ongeparfumeerde douchegel of doucheolie.
- Vermijd stevig wrijven, bijvoorbeeld bij het aanbrengen van lotion of bij massage.
- Bescherm je handen en voeten tegen de zon.
- Voorkom huidbeschadigingen aan handen en voeten.
- Vermijd druk op je handen en voeten.
Dat zijn algemene adviezen. Misschien heeft je arts of verpleegkundige nog andere tips voor jouw persoonlijke situatie. Overleg zeker met je arts als het hand-voetsyndroom een grote impact begint te krijgen op je levenskwaliteit. Misschien kan hij overwegen om je behandeling aan te passen of uit te stellen.
Belangrijk om te weten is dat de antikankermedicijnen die het hand-voetsyndroom veroorzaken geen opstapelend, blijvend effect hebben. Als je de medicijnen niet meer neemt, stoppen de nevenwerkingen dus ook.