‘Via beeldvorming de juiste diagnose stellen is bij kanker zelden mogelijk. De ligging van de pancreas maakt het bovendien moeilijk om een biopsie te nemen voor weefselonderzoek. Via een punctie kunnen artsen soms wel afzonderlijke cellen bekomen. Die cellen onderzoeken vraagt heel wat expertise, waarover niet alle pathologen beschikken.
Een bijkomend probleem is dat ook niet-kwaadaardige pancreasaandoeningen sterke afwijkingen in de cellen kunnen veroorzaken. Het verschil vaststellen tussen een kankercel en een goede – maar vervormde – cel is niet altijd gemakkelijk. Omdat 95 procent van de pancreastumoren adenocarcinomen zijn, gaan artsen bij twijfel van dat type uit. Een adenocarcinoom heeft meestal een slechte prognose. Neuro-endocriene pancreastumoren – zoals bij Elke – komen minder vaak voor, maar de levensverwachting is dikwijls beter.’