In branches waar hout gezaagd of bewerkt wordt, komt een hoge blootstelling aan houtstof voor. Wie gedurende lange tijd in contact komt met houtstof (bijv. schrijnwerkers, houtbewerkers, meubelmakers), krijgt de raad om zich preventief te beschermen.
Meer dan drie vierde van de neusholtekankers en neusbijholtekankers komt voor bij mensen uit de houtsector. Het aantal gevallen zou in deze beroepscategorie tot 1000 keer hoger liggen dan in de algemene bevolking.
Vooral activiteiten waarin veel stof van harde houtsoorten vrijkomt, zijn schadelijk: zagen, schaven, frezen van en boren in houtsoorten als eik, beuk, kastanje, kerselaar, acacia, palissander, mahonie (acajou), teak. De meest getroffen beroepen zijn onder andere atelierschrijnwerkers, meubelmakers, parketvloerproducenten, zagerijarbeiders en beeldhouwers.
Let wel: enkel wie jarenlang zeer regelmatig blootgesteld is geweest aan houtstof, heeft een verhoogd risico om neusholtekanker of neusbijholtekanker te krijgen. Kom je slechts sporadisch in contact met houtstof, dan moet je dus niets vrezen.