Catherine ergert zich niet enkel aan het wegmoffelen van het verdriet, maar ook aan de clichés die errond bestaan. ‘Verdriet slijt’ vindt ze zo’n dooddoener. ‘Ik heb niet het gevoel dat het minder wordt. Het leven gaat wel verder en legt er laagjes overheen. Het idee dat verdriet kleiner wordt, suggereert bovendien dat het op een gegeven moment verdwijnt. Het zal er altijd zijn, maar het houdt mij niet tegen om door te doen en te genieten van dingen die op mijn pad komen. Het ene sluit het andere niet uit.’
‘Velen zeggen ook dat een kind verliezen het ergste is wat je kan overkomen. Natuurlijk is dat erg, maar ik ben vroeg mijn moeder verloren en ook dat heeft er stevig ingehakt. Ik had een geweldige band met haar en ze heeft 28 jaar prima voor mij gezorgd. Ook haar mis ik, ook haar zou ik graag nog eens knuffelen en spreken. Qua gevoel is het niet anders als bij Sander. Er bestaat geen schaal om verdriet en gemis op aan te duiden.’
Geborgenheid
‘Rouwen begint trouwens niet na een overlijden, maar bij een terminale kanker vanaf de dag van de diagnose. Sander is veertien maanden ziek geweest. We hebben er ondanks het verdriet en de zorgen een mooie tijd van kunnen maken. Dat komt – denk ik – doordat we heel snel hebben aanvaard dat zijn hersentumor het einde betekende. We zijn niet ingegaan op alternatieve therapieën. Want die waren er: in Frankrijk en Mexico.’