Uitwendige prothese en borstreconstructie

Als je een borstamputatie nodig hebt, kan al voor de ingreep en tijdens de controleconsultaties en -gesprekken het thema borstprothese of borstreconstructie ter sprake gebracht worden. Mogelijk doet de arts of de borstverpleegkundige dit, maar aarzel niet om zelf ook informatie te vragen. Misschien staat je hoofd er op dat ogenblik echter niet naar en eist je ziekte al je aandacht op. Dat is geen probleem. Neem gerust de tijd. Deze beslissing is niet dringend en je hoeft dus zeker niet overhaast te werk te gaan.

Borstprothese of borstreconstructie

Eigen keuze

Een borstoperatie, en zeker een borstamputatie, is een ingrijpend en emotioneel gebeuren. Je bent angstig en droevig door de kanker en daarbij komt nog dat een zichtbaar en belangrijk deel van je lichaam geheel of gedeeltelijk wordt weggenomen. Je eigen borst kan men je uiteraard nooit teruggeven. Maar een uitwendige borstprothese of een borstreconstructie kunnen je wel een beter gevoel bieden. Een prothese en/of een reconstructie verhinderen dat je rugpijn krijgt en helpen je om een goede lichaamshouding te bewaren. Je zult je ook zelfzekerder voelen en je leven van vroeger gemakkelijker weer opnemen. 

Als eerste reactie kun je weigerachtig staan tegenover deze kunstmatige oplossing. Dat is begrijpelijk. Maar stilaan klaart de lucht op en sta je waarschijnlijk meer open voor een oplossing die je levenskwaliteit toch zal verbeteren. Op het vlak van protheses en reconstructies is er de laatste jaren een grote vooruitgang geboekt en veel vrouwen vinden een aanvaardbare oplossing waarover ze tevreden zijn.

Kiezen voor een uitwendige prothese of een reconstructie is een persoonlijke aangelegenheid. Je mag zeker niet over één nacht ijs gaan. Een oplossing die voor de ene vrouw bevredigend is, zal dat voor de andere niet zijn. 

Hier vind je meer uitleg over de mogelijkheden: een uitwendige siliconenprothese of een borstreconstructie (met implantaat of met eigen lichaamsweefsel). Het is belangrijk om de voor- en nadelen af te wegen. Door erover te praten met je partner, een vriendin of een lotgenote, zul je na een tijdje tot een beslissing komen. De keuze die je maakt, is volledig jouw beslissing, niet die van de arts. Die kan jou wel adviseren en informeren. Wanneer je eerst weigerachtig bent maar er na een tijdje toch anders over denkt, dan is dat geen enkel probleem. Een prothese of een reconstructie kan zelfs nog een paar jaar later.

Uitwendige borstprothese

Als na jouw borstoperatie het (druk)verband verwijderd is, kun je een voorlopige prothese dragen. Als de wonde goed genezen is, kan gedacht worden aan een definitieve uitwendige prothese. De prothese bestaat meestal uit een speciaal siliconenmengsel, omhuld met een uiterst dunne en flexibele folie die op huid gelijkt. De prothese kan in de bh gedragen worden of in een hoesje dat in de bh wordt genaaid. De aangepaste bh is verkrijgbaar bij de bandagist of speciaalzaak waar de definitieve uitwendige borstprothese aangepast wordt. Een andere mogelijkheid is een kleefprothese die tegen de huid plakt. Die heeft het voordeel dat het gewicht niet aan de schouder hangt, maar tegen het lichaam kleeft.

Wees voorbereid

Een prothese aanpassen is een emotioneel gebeuren. Onderschat het niet. Vraag aan je partner of aan een goede vriendin om je te vergezellen. Neem ook een nauwsluitende bloes of T-shirt mee (liefst in het wit of in een effen lichte kleur), zodat je de vorm van de prothese precies kunt beoordelen.

Onderhoud

Je kunt een prothese gemakkelijk reinigen, maar volg hierbij wel nauwkeurig de voorschriften. Ze is ook bestand tegen transpiratie en geeft dus geen geur af. Bij een kleefprothese moeten zowel de huid als het kleefvlak met een speciaal product gereinigd en verzorgd worden.

Financieel

Voor zowel een voorlopige als een definitieve prothese is er een terugbetaling door het ziekenfonds. Zes weken na de ingreep, na een jaar en dan om de twee jaar kun je rekenen op een tegemoetkoming. Die bedraagt de prijs van een standaardprothese. Voor een duurdere prothese betaal je een supplement. Er zijn in de handel ook speciale zwemprotheses te verkrijgen; deze worden niet terugbetaald. 

Dien je aanvraag in bij je mutualiteit en denk eraan dat de prothese voorgeschreven moet zijn door een arts. Zowel een arts-specialist (oncoloog, gynaecoloog) als ook de huisarts kan dat voorschrijven. De borstprothese moet afgehaald worden bij een erkende bandagist. Voor adressen kun je terecht bij de borstverpleegkundige in je ziekenhuis. 

Let op

Draag je een uitwendige borstprothese? Let dan op voor scherpe voorwerpen, dierenklauwen, beugels en haakjes … die het siliconenmateriaal kunnen beschadigen. Je haalt daarom het best een aangepaste bh bij de bandagist. Ook oververhitting moet je mijden, want de prothese is niet bestand tegen hoge temperaturen.

Even wennen!

De huidige protheses blijven dankzij een aangepaste bh zeer goed op hun plaats zitten, maar het onzekere gevoel kan blijven. Zien de mensen het niet? Zal ze niet verschuiven? Het voelt raar aan … Wees niet te snel ontmoedigd als de prothese niet meteen aanvoelt zoals je had verwacht en gehoopt. Geef jezelf de kans om eraan te wennen.

Borstreconstructie

Het is niet altijd mogelijk om een borstreconstructie meteen te laten doen. Je mag van de reconstructie ook niet verwachten dat de nieuwe borst er zal uitzien als de vroegere borst. Ze zal ook niet hetzelfde aanvoelen. Stel je verwachtingen dus niet te hoog en heb geduld. Na de reconstructie zal de borst gedurende de eerste weken nog ‘veranderen’ van vorm, de gevoeligheid van de borst kan ook terugkomen … Na een tijdje vindt dan de tepelreconstructie plaats, waarbij je kunt kiezen of de tepelhof gereconstrueerd of getatoeëerd wordt.

Prothesemateriaal of eigen weefsel

Er zijn twee mogelijkheden voor een borstreconstructie. De borst wordt gereconstrueerd met prothesemateriaal of met eigen weefsel, meestal uit de buik, de bilstreek of de rug.

De nadelen van prothesemateriaal zijn mogelijke lekkage, een verharding rond het implantaat, huidperforatie en infectie. De implantaten zullen na een tiental jaar ook vervangen moeten worden. Een borstreconstructie met eigen weefsel kent die nadelen niet, maar vergt wel een veel zwaardere operatie. De herstelperiode is dan ook langer. Voordeel is dan weer dat de borst zacht is en er natuurlijker uitziet.

Een borstreconstructie kan soms al gebeuren tijdens de borstoperatie ofwel in een tweede tijd als de behandeling afgerond is. Zij kan dus ook nog later gebeuren, zelfs na vele jaren. Als de reconstructie tijdens de borstoperatie gebeurt, werken de borstchirurg/gynaecoloog en de plastisch chirurg samen. Het voordeel is dat alles gebeurt binnen één operatie en dat er ook maar één revalidatie is. Medische bezwaren kunnen evenwel een reden zijn om de twee ingrepen niet gelijktijdig te doen. Meestal gebeurt een borstreconstructie sowieso na de nabehandeling, zodat deze geen effect heeft op de nieuwe borst. In ieder geval is het belangrijk dat je vragen stelt en dat je je goed informeert over deze ‘dubbele’ ingreep, zodat je weet wat er precies zal gebeuren. Zo mag je bijvoorbeeld niet verwachten dat je na de ingreep weer je ‘oude’ borst zult hebben. Onrealistische verwachtingen over borstreconstructie leiden tot ontgoocheling. Het zal een hele tijd duren vooraleer de nieuwe borst haar definitieve vorm krijgt en zelfs dan zal zij nooit hetzelfde zijn.

Hoe gaat een borstreconstructie met eigen weefsel in haar werk?

Meestal worden er ter hoogte van de onderbuik een stuk huid en een vetlaag weggenomen met daaraan een aan- en een afvoerend bloedvat. Het weefsel wordt getransplanteerd naar de plaats waar de ‘nieuwe’ borst komt. De bloedvaten worden vastgehecht op de bloedvaten in de oksel of achter het borstbeen. Deze ingreep laat een litteken na over de hele breedte van de onderbuik, maar geeft een esthetisch goed resultaat. 

De operatie is vrij ingrijpend en brengt toch redelijk wat last ter hoogte van de buik met zich mee. Je moet twee à drie maanden rekenen vooraleer je helemaal hersteld bent. We noemen dit de DIEP-flapreconstructie. Bij de TRAM-flapreconstructie wordt ook de buikspier mee getransplanteerd, wat het esthetische resultaat kan bevorderen. Maar het spreekt vanzelf dat de DIEP-flapreconstructie het voordeel heeft dat de stevigheid van de buik achteraf beter is dan bij een TRAM-flapreconstructie.

Wanneer er onvoldoende buikvet aanwezig is bij de patiënt kan het nodige weefsel, in volgorde van voorkeur, ook uit de bilstreek (S-GAP-flapreconstructie), de rug (TAP-flap, voor een gedeeltelijke reconstructie) of eventueel andere plaatsen van het lichaam gehaald worden. 

Bij een borstreconstructie bestaat er niet één scenario dat voor iedere vrouw geldt. Daarom is een goede samenspraak met je arts nodig om tot een resultaat te komen dat voor jou persoonlijk zo goed mogelijk is.

Tepelreconstructie

Na enkele maanden heeft een gereconstrueerde borst haar definitieve vorm en kan de reconstructie van de tepel en de tepelhof volgen. Eventueel komen er bijkomende correcties, ook soms van de gezonde borst, om tot een zo symmetrisch mogelijk resultaat te komen. Als de chirurg een nieuwe tepel heeft gemaakt, ziet die er nog niet altijd uit als een tepel; daarom wordt ook vaak de tepel ingekleurd of getatoeëerd. Dat tatoeëren gebeurt vaak buiten het ziekenhuis, in een centrum voor medische pigmentatie. Als die tatoeage niet door een plastisch chirurg in het ziekenhuis (of onder zijn supervisie) gebeurt, moet je dat volledig zelf betalen. Lees hier wat de verplichte ziekteverzekering betaalt, en wat je zelf moet betalen.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 22/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan Rita De Coninck (voorzitter werkgroep Vlaamse Borstverpleegkundigen) en prof. dr. Hannelore Denys (UZ Gent)
Laatst aangepast op