Radiotherapie bij een non-hodgkinlymfoom

Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen om kankercellen te vernietigen. De radiotherapeut-oncoloog bestraalt de tumor en het omringende weefsel. Dat kan met stralenbundels uit een machine buiten je lichaam, of met materiaal dat rechtstreeks in je lichaam zelf bestraalt. Bij non-hodgkinlymfomen gebeurt het bijna uitsluitend uitwendig.

De duur van de bestraling, de dosis en het aantal bestralingen hangen vooral af van de soort lymfoom en de uitgebreidheid van de ziekte. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.

De radiotherapeut-oncoloog stelt de dosis en het bestralingsveld zo in dat gezonde weefsels en organen zoveel mogelijk gespaard blijven. Toch moet je rekening houden met mogelijke neveneffecten. Je arts of een verpleegkundige geeft je daarover op voorhand meer uitleg. Zo kan je huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek. Vaak voelen mensen zich moe tijdens en na radiotherapie. Eventuele andere bijwerkingen hangen af van de gebieden die bestraald worden. Zo kan bestraling van de buik diarree veroorzaken.

De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.