Als één nier helemaal of gedeeltelijk weggehaald wordt, heeft dat meestal geen ernstige gevolgen: met één nier kun je nog goed leven. De gezonde nier neemt dan de functies van de weggehaalde nier over. De belangrijkste klachten na een operatie zijn pijn bij het ademhalen (veroorzaakt door de operatiewonde) en slecht werkende darmen. Die twee klachten verdwijnen meestal na een paar dagen. Daarnaast kun je je zwak en vermoeid voelen, soms wekenlang. Op lange termijn kun je geconfronteerd worden met nierfunctieverlies. Daarom gaat de voorkeur naar een niersparende operatie als dat kan.
Als de twee nieren weggehaald worden, moet je nierdialyse volgen of een niertransplantatie ondergaan. Bij een nierdialyse wordt je bloed kunstmatig gezuiverd. Een niertransplantatie is een medische ingreep om een gezonde en goedwerkende nier van een donor te transplanteren in het lichaam van de patiënt (meestal niet vroeger dan twee jaar nadat de nier met kanker weggehaald is).