De dagen na een operatie voor borstkanker

Als je pijn hebt of een ander ongemak ervaart na de ingreep, is het belangrijk dat je dit tijdig meldt aan je arts of aan de verpleegkundige. Denk niet dat pijn nu eenmaal bij de ingreep hoort. Als je vertelt wat je voelt, kan men jou helpen en pijnmedicatie geven zodat pijnpieken vermeden worden. Vraag zeker advies over het nemen van pijnstillers voor wanneer je thuis bent.

Verzorging

Drains

Na de ingreep krijg je meestal een verband of een drukverband rond je borst. Bij een okseluitruiming en bij een borstamputatie worden er een paar flexibele buisjes (drains) in en rond de wonde aangebracht. De drains voeren het wondvocht, het oude bloed en het overtollige lymfevocht vanuit de wonde af naar een redonfles. Dit belet echter niet dat je uit je bed komt, want de redonfles neem je gewoon mee in een draagzakje. Hoe lang die drains en het (druk)verband ter plaatse moeten blijven, verschilt van patiënt tot patiënt en van ingreep tot ingreep. Als de hoeveelheid vocht nog minimaal is, beslist de arts om de drains weg te nemen. Dat kan bij sommigen al na een week, maar het kan ook langer duren. Bij een borstsparende operatie met sentinelprocedure (zonder aanvullende okseluitruiming) worden er meestal geen drains aangebracht. Als je hierover vragen hebt, twijfel dan niet om ze te stellen aan de arts.

Wondverzorging

Bij een borstsparende ingreep met sentinelprocedure (zonder aanvullende okseluitruiming) mag je al de dag na de operatie het ziekenhuis verlaten. De verpleegkundige verwijdert dan het (druk)verband en je mag een passende bh dragen.

Zijn bij jou drains aangebracht, dan blijft het (druk)verband de eerste twee dagen volledig dicht. Daarna wordt het dagelijks vervangen bij de wondverzorging. In sommige ziekenhuizen wordt het verband ook gewoon weggelaten. Enkele dagen na de ingreep ga je naar huis. Indien je nog een verband hebt, gaat de wondverzorging daar gewoon door. Een verpleegkundige komt daarvoor dagelijks bij jou aan huis. Heb je vragen of is er een probleem, aarzel dan niet om je huisarts te raadplegen. Hij of zij is door het ziekenhuis op de hoogte gebracht van de ingreep en zal jou helpen. Hij of zij kan ook eventueel beslissen dat je het best op raadpleging gaat in het ziekenhuis. Je zult ook regelmatig naar het ziekenhuis moeten voor een wondcontrole. Daar krijg je eventueel ook nieuwe redonflessen mee.

Wees alert voor tekens van infectie. Verwittig je arts als je koorts krijgt, of als de wonde rood ziet, zwelt of meer pijn doet. Je arts zal dan wellicht antibiotica voorschrijven om de infectie te bestrijden.

Wassen

Had je een ingreep zonder drains, dan mag je de dag na de operatie opnieuw douchen. De wonde niet inzepen en na de douche droogdeppen, is hierbij de boodschap.

Heb je wel drains, dan zorg je ervoor dat de insteekpunten daarvan niet nat worden. Wanneer na het verwijderen van de drains alle wondjes gesloten zijn, mag je weer douchen. Een bad nemen kan pas als de wonde goed genezen is.

Een goede hygiëne is erg belangrijk. Rond de wonde moet de oksel/huid zeker proper worden gehouden. Gebruik geen deodorant spray, een deodorant stick mag je wel gebruiken. Was je met een neutrale zeep en droog je goed af. Wrijf de huid en het geheelde litteken in met een hydraterende lotion of melk. Krijg je bestraling, overleg dan met de radiotherapeut-oncoloog over het gebruik van lotions en melk.

Beweging

Snel na de operatie beweeg je voorzichtig met je arm. Uiteraard doe je geen zware inspanningen. Na het verwijderen van de eventuele drains probeer je de arm zo vlug mogelijk weer normaal te gebruiken. Daarnaast is het ook belangrijk om de dag na de operatie al rond te stappen. Matige lichaamsbeweging (20-30 minuten per dag) is nodig om je lichaam optimaal te laten herstellen.

Voorlopige prothese

Als het (druk)verband verwijderd is, kun je opnieuw een bh dragen. Je krijgt dan een voorlopige zachte prothese, een stoffen hoesje opgevuld met gecentreerde watten. Deze prothese is niet ideaal, maar is slechts een tijdelijke oplossing. Zodra de wonde helemaal genezen is (minstens zes weken), kun je rustig uitkijken naar een siliconenprothese of eventueel een borstreconstructie overwegen.

Ongemakken

Tijdens een borstoperatie worden onvermijdelijk een paar huidzenuwen doorgesneden. Heel wat patiënten hebben daardoor na de operatie een slapend of prikkelend gevoel ter hoogte van de huid van de ribbenkast en de okselholte, de binnenzijde van de bovenarm en de achterste okselplooi. Dat ongemak verdwijnt meestal, sommige patiënten hebben er lang last van.

Sommige patiënten hebben echte zenuwpijnen na de operatie. Dit zijn stekende pijnen die uitstralen naar de schouder en de arm en aanvoelen als elektrische schokjes. Vaak gaat het om een drain die de zenuw prikkelt, maar het is ook mogelijk dat er een zenuw is geraakt tijdens de operatie. Raadpleeg je arts of de consultatie wondzorg wanneer de pijn blijft aanhouden.

Het is niet te voorspellen of je die pijnen al dan niet zal krijgen. Door de zenuwpijn ga je vermijden om te bewegen en ga je zelfs een verkrampte houding aannemen. Het is nochtans belangrijk dat je jezelf er toch toe dwingt om te bewegen, vooral om de beweeglijkheid en de stand van de schouder te bevorderen. Dit kan het best gebeuren onder leiding van een kinesist die jou de oefeningen aanleert, waarna je die zelf kunt doen.

Mogelijk ervaar je na een borstamputatie een fantoomgevoel, wat betekent dat het lijkt alsof je borst er nog is. Dit is normaal. Je lichaam moet nog wennen aan de verandering.

Afhankelijk van jouw situatie krijg je na een borstoperatie al dan niet kinesitherapie voorgeschreven. Dat kan gaan van 30 beurten voor acute problemen tot onbeperkt voor een chronisch probleem van dikke arm (lymfoedeem). Daarbij heb je recht op een gedeeltelijke (of eventueel verhoogde) terugbetaling door het ziekenfonds.

Oefeningen

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 24/04/2024 om 14:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan Rita De Coninck (voorzitter werkgroep Vlaamse Borstverpleegkundigen) en prof. dr. Hannelore Denys (UZ Gent)
Laatst aangepast op