Je kunt bestraald worden met een machine buiten je lichaam. De duur van de bestralingskuur, de dosis en het aantal bestralingen kunnen van persoon tot persoon verschillen. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.
Bijwerkingen
De radiotherapeut-oncoloog stelt de dosis en het bestralingsveld zo in dat gezonde weefsels en organen zoveel mogelijk gespaard blijven. Toch moet je rekening houden met mogelijke neveneffecten. Je arts of een verpleegkundige geeft je daarover op voorhand meer uitleg. Zo kan je huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek. Vaak voelen mensen zich moe tijdens en na radiotherapie. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.
Met moderne intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT) duiken die klachten veel minder op. IMRT bestraalt het doelgebied vanuit veel verschillende richtingen met kleine bestralingsbundels in plaats van met grotere bestralingsvelden, met vaak ook gevoelige organen en structuren in de buurt van de tumor. Bij intensiteitsgemoduleerde boogtherapie (IMAT) maakt het bestralingstoestel continu een boogvormige beweging rond de patiënt. Het toestel stelt zijn bestralingsbundel voortdurend bij, aangepast aan de vorm van de tumor.
Bestraling in het kleine bekken kan het vaginale slijmvlies aantasten. Dat kan ongemak veroorzaken bij seksueel contact of bij een gynaecologisch onderzoek. Mogelijk raadt je gynaecoloog vaginale dilatatie aan.