Tien tips om met kinderen te praten over kanker

Wat moet je zeggen als je kanker krijgt of als iemand in je gezin kanker krijgt? Hoe vertel je het? Moet je wel iets zeggen, of is het beter om je kinderen al die ellende te besparen? Pasklare antwoorden op die vragen bestaan niet. Alleen jij kunt bepalen wat de meest geschikte aanpak is voor jouw gezin.

De ervaring leert dat het belangrijk is om je kinderen mee op weg te nemen in het proces dat je doormaakt als je kanker hebt. Het is goed om hen te vertellen wat er aan de hand is en om hen bij je ziek-zijn te betrekken. Tien tips daarbij.

Probeer duidelijk te zijn

Probeer duidelijk te zijn en gebruik een taal die het kind verstaat.

Laat het woord kanker al in het eerste gesprek vallen

Anders bestaat het risico dat je kinderen de term van iemand anders horen. Misschien durven ze er dan zelf niet over te beginnen en is er niemand die hen kan opvangen en helpen, of kan vertellen dat niet iedereen doodgaat van kanker.

Geef niet te veel informatie tegelijkertijd

Geef niet te veel informatie tegelijkertijd en loop niet te ver op de zaken vooruit. Je kunt uitleggen wat je hebt, waarom er iets aan moet worden gedaan, wat de gevolgen kunnen zijn en wat er de komende dagen en weken gaat gebeuren. Houd je kinderen daarna gaandeweg op de hoogte van veranderingen in jouw situatie en van de tijdstippen waarop controles plaatsvinden.

Deel je verdriet

Je kunt gerust vertellen dat je heel erg triest bent omdat de dokter je heeft verteld dat je kanker hebt.

Zeg dat je hoopt dat je weer beter wordt

Zeg dat je hoopt dat je weer beter wordt.

Informeer je kinderen op hetzelfde moment

Heb je meerdere kinderen, dan kan het goed zijn om hen allemaal op hetzelfde moment te informeren, zodat ze elkaar kunnen steunen. Is het leeftijdsverschil tussen je kinderen groot of hebben ze heel verschillende karakters, dan hebben ze misschien meer aan een individueel gesprek. Als je alle kinderen tegelijk vertelt wat er aan de hand is, blijft het toch belangrijk om daarna aandacht te hebben voor elk kind afzonderlijk en in te spelen op de vragen van elk van hen.

Probeer eerlijk te antwoorden

Luister naar de vragen van je kinderen en probeer eerlijk te antwoorden, ook als er niet meteen een antwoord is. Je kunt ook zeggen dat jij of anderen iets niet weten. Kinderen vragen meestal niet meer dan ze zelf aankunnen en ze geven ook spontaan aan wanneer het genoeg is geweest.

Geef aan wat je wel en niet meer kunt

Zo help je zowel je kinderen als jezelf.

Zorg dat je kinderen wezenlijke dingen als eersten te horen krijgen

Zorg dat je kinderen wezenlijke punten als eersten te horen krijgen. Soms willen je kinderen liever niets weten. Of ze willen nu niets weten, maar straks, later. Blijf toch praten, ook al doe je dat niet rechtstreeks met hen, maar met je andere kinderen, je partner of vrienden. Zo horen ze toch genoeg en kunnen ze zelf terugkomen op wat voor hen belangrijk is.

Zoek samen naar informatie

Zoek samen naar informatie of vraag bijvoorbeeld of je samen de bestralingsruimte eens mag bezoeken.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan Catherine Baillon en de oncopsychologen van het UZ Brussel
Laatst aangepast op