Als de blaas volledig verwijderd is, moet de urine langs een andere weg naar buiten. Dat kan met een urinestoma of urostoma of met een vervangblaas of neoblaas.
Bij een urinestoma wordt een soort buisje gemaakt van een stuk uit de dunne darm. Het ene uiteinde van de darm sluit de chirurg af en daarin worden de urineleiders ingeplant die van de nieren komen. Het andere uiteinde van het stukje darm wordt met de huid verbonden zodat er een kunstmatige uitgang komt waarlangs de urine via de buikwand weg kan uit het lichaam. Een zakje op de buik vangt de urine dan op.
Onder bepaalde voorwaarden kan er een vervangblaas aangelegd worden. Ook dan wordt van een stuk darm een reservoir gemaakt om de urine op te vangen, maar die wordt rechtstreeks aangesloten op de urinebuis. De patiënt moet dan onder andere door kinesitherapie leren hoe hij die nieuwe blaas leegmaakt.
Vraag aan je arts waarvoor jij in aanmerking komt en met welke mogelijke neveneffecten je rekening moet houden. Soms zijn de twee opties mogelijk en hangt de behandelingskeuze helemaal af van je eigen voorkeur.
Complicaties
Behalve de problemen van een stoma (zoals kans op infectie of urinelekken) is impotentie een belangrijke en veel voorkomende complicatie van een blaasverwijdering bij mannen. Als bij de operatie de zenuwen die essentieel zijn om een erectie te krijgen, niet gespaard kunnen worden, kan de patiënt vanzelf geen erectie meer krijgen. Je arts bespreekt voor de ingreep uitgebreid het te verwachten hospitalisatieverloop en de mogelijke complicaties, zodat je goed voorbereid bent.