‘Aan die gesprekken met de psycholoog heb ik trouwens veel. Soms bespreken we praktische dingen, een andere keer komen de grote levensvragen aan bod. Ik ben geen binnenvetter en heb het nodig om te kunnen ventileren. Door met hen geregeld in gesprek te gaan, ben ik rustiger. Maar ze helpen me ook te relativeren. Voor de buitenwereld probeer ik me altijd sterk te houden, maar de psychologen laten me inzien dat het best oké is om af en toe boos of verdrietig te zijn. De diëtist geeft me voedingstips, want sinds de diagnose heb ik geen zin meer om te eten en vermager ik snel.’
Eindscenario’s
Toch bespreekt Leo met dat multidisciplinair team niet alleen wat vandaag voor hem van tel is. Samen met het team kijkt hij ook naar de toekomst. ‘Toen ik ongeveer anderhalf jaar wist dat ik maagkanker had, vroeg ik bij de psychologen een gesprek aan over het levenseinde. Hoewel de chemo op dat moment prima zijn werk deed, wou ik met hen alle mogelijke eindscenario’s overlopen. Want een einde komt er sowieso. Dan zal ik afhankelijk worden en me moeten neerleggen bij de diagnose. Maar misschien heb ik in die allerlaatste weken nog een aantal keuzes. En daar wil ik dan op het moment zelf bewust voor kunnen kiezen. Wil ik thuis sterven of in het ziekenhuis bijvoorbeeld?’
‘Ik ben nu op de hoogte van alle mogelijkheden die er zijn en hoe ze precies werken, maar ik weet ook welke nadelen verbonden zijn aan welke keuze. Op die manier krijg ik wat meer controle over wat komt en panikeer ik niet. Een aantal dingen heb ik al definitief beslist en samen met de palliatief verpleegkundige op papier laten zetten. Vroegtijdige zorgplanning wordt dat genoemd. Het is een document waarin ik heb vastgelegd welke therapieën ik nog wil ondergaan en welke ik liever nooit wil krijgen. Het document bevat ook een wilsverklaring voor euthanasie. Ook mijn wensen voor de begrafenis zijn erin opgenomen. In het ziekenhuis houden ze dat document bij, maar ook mijn partner, kinderen en huisarts hebben een exemplaar.’