De arts kan dan een diagnostische mammografie laten uitvoeren, al dan niet gecombineerd met een echografie.
Als er op de mammografie of echografie een verdacht letsel wordt vastgesteld, volgt er een naaldbiopsie. Aan de hand daarvan kan worden vastgesteld of het gevonden letsel goed- of kwaadaardig is.
Als de diagnose borstkanker valt, kunnen nog andere onderzoeken volgen om de uitgebreidheid van de tumor te bepalen en na te gaan of er uitzaaiingen zijn elders in het lichaam:
- een echografie van de klierstreken rond de borst (o.a. okselklieren): als er een verdachte klier wordt vastgesteld, worden met een fijne naald cellen uit de klier opgezogen voor onderzoek onder de microscoop;
- een MR-scan of MRI;
- een bloedname (o.a. om tumormerkers voor borstkanker op te sporen);
- een echografie van de lever;
- een radiografie van de borstkas;
- een botscan of isotopenscan;
- een CT-scan;
- een PET-scan.