De adviserend arts van het ziekenfonds zal opvolgen of mensen met een erkenning arbeidsongeschiktheid terug kunnen naar het werk. In de vierde maand na de start van de arbeidsongeschiktheid maakt hij hierover een inschatting, o.a. op basis van een vragenlijst die de patiënt krijgt. Als een terugkeer naar het werk mogelijk lijkt, wordt er via de terug-naar-werkcoördinator i.s.m. de persoon in kwestie (waar aangewezen) doorverwezen naar de (preventieadviseur-)arbeidsarts. Is er geen doorverwijzing naar de arbeidsarts, dan kan een re-integratietraject onder coördinatie van de terug-naar-werkcoördinator worden opgestart.
Re-integratiebeoordeling door de arbeidsarts
Nu is de arbeidsarts (ook preventieadviseur-arbeidsarts genoemd) aan zet. De arbeidsarts nodigt de werknemer voor wie hij een re-integratieverzoek heeft ontvangen, uit voor een re-integratiebeoordeling. Hij gaat daarbij na of de werknemer op termijn het overeengekomen werk, eventueel met een aanpassing van de werkpost, opnieuw zal kunnen uitoefenen. Daarnaast moet hij de mogelijkheden voor aangepast of ander werk onderzoeken, op basis van de arbeidscapaciteiten en de gezondheidstoestand van de werknemer.
Als de werknemer daar toestemming voor geeft, kan de arbeidsarts ook overleggen met de behandelend arts van de werknemer, en eventueel met de adviserend arts of terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds, andere preventieadviseurs en personen die kunnen bijdragen tot een geslaagde re-integratie. De werknemer kan in deze fase ook vragen dat de arbeidsarts al overleg pleegt met de werkgever zodat in een verder stadium het onderzoek naar concrete vormen van aangepast werk makkelijker verloopt.
Hierna maakt de arbeidsarts zijn verslag of re-integratiebeoordeling op.
Wat kan de arbeidsarts beslissen?
Afhankelijk van de beslissing van de arbeidsarts, kan de werknemer op termijn het overeengekomen werk hervatten (beslissing A) of is hij definitief ongeschikt voor het overeengekomen werk (beslissing B). Dit zijn de mogelijke beslissingen:
- Beslissing A: De werknemer kan op termijn het overeengekomen werk hervatten, en de werknemer is in staat om in tussentijd bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren. In dit geval legt de arbeidsarts de modaliteiten vast van het aangepaste of andere werk, of van de aanpassing van de werkpost.
- Beslissing B: De werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te hervatten, maar is in staat om bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren. Ook hier legt de arbeidsarts de modaliteiten vast van het aangepaste of andere werk of van de aanpassing van de werkpost.
- Beslissing C: Het is om medische redenen (nog) niet opportuun om een re-integratiebeoordeling te doen. Een werknemer moet bijv. nog herstellen of moet op korte termijn nog behandelingen ondergaan. Het re-integratietraject wordt in dit geval beëindigd.
Beroep aantekenen tegen de beslissing van de arbeidsarts
Een werknemer die niet akkoord gaat met de beslissing van de arbeidsarts tot definitieve ongeschiktheid, kan beroep aantekenen. Dat moet gebeuren binnen de 21 kalenderdagen nadat de arbeidsarts het formulier voor de re-integratiebeoordeling heeft bezorgd.