Wat is het re-integratietraject voor langdurig arbeidsongeschikten?

Het re-integratietraject voor langdurig arbeidsongeschikten werd in het leven geroepen om mensen die al enige tijd out zijn, te helpen om weer aan de slag te gaan. Om de terugkeer naar het werk te vergemakkelijken, kan worden gekeken naar ander of aangepast werk, opleidingen, aanpassingen van de werkpost, enz. Het traject is verschillend voor werknemers en werklozen.

Re-integratietraject voor werknemers

Vooreerst is het van belang te weten dat het re-integratietraject niet de enige weg is om je werkhervatting te concretiseren.

  • Het zou kunnen dat jouw traject start via de adviserend arts van het ziekenfonds. Tien weken na de start van je arbeidsongeschiktheid zal hij of zij jou vragen een vragenlijst in te vullen zodat er een eerste inschatting kan worden gemaakt van wat voor jou nog mogelijk is. De adviserend arts kan vervolgens beslissen jou door te verwijzen naar de terug-naar-werk-coördinator van het ziekenfonds die jou op zijn beurt, met jouw instemming, kan doorverwijzen naar de arbeidsarts voor een "bezoek voorafgaand aan de werkhervatting” of voor de opstart van een re-integratietraject (zie verder).
    Het is belangrijk dat je meewerkt aan het terug-naar-werk-traject wanneer de adviserend arts dit opstartte. Dit houdt in dat je bv. de vragenlijst invult en terugstuurt en dat je aanwezig bent op een evt. medisch onderzoek bij de adviserend arts en op een contactmoment met de terug-naar-werk-coördinator. Wanneer je dit zonder geldige rechtvaardiging niet doet riskeer je 2,5% van je ziekte-uitkering kwijt te spelen. 
    Tijdens je arbeidsongeschiktheid kan je ook steeds zelf contact opnemen met de terug-naar-werkcoördinator om een terug-naar-werktraject op te starten.
  • Je kunt los van het re-integratie- of terug-naar-werktraject ook zelf onderling afspraken maken met je werkgever. over je werkhervatting. 
  • Ook kan het de moeite lonen vóór je werkhervatting een consultatie aan te vragen bij je arbeidsarts, een "bezoek voorafgaand aan de werkhervatting". Je kunt dan samen met de arts bespreken hoe je je werkhervatting ziet. De arbeidsarts kan vervolgens, met jouw akkoord, een advies formuleren omtrent je werkhervatting voor je werkgever en jezelf. Hier zit het verschil met het re-integratietraject, want bij dit laatste neemt de arbeidsarts een beslissing omtrent jouw re-integratie (de re-integratiebeoordeling) en wat daarvoor nodig is. Aan deze beslissing kunnen meer gevolgen verbonden zijn dan aan het advies in het kader van het "bezoek voorafgaand aan de werkhervatting" zoals je hieronder kunt lezen. De arbeidsarts, of de verpleegkundigen die hem/haar bijstaan, nemen vanaf vier weken arbeidsongeschiktheid contact op met jou om je te informeren over deze verschillende mogelijkheden rond werkhervatting.   

Voor arbeidsongeschikte werknemers zorgt het traject ervoor dat zij tijdelijk aangepast of ander werk krijgen tot zij hun overeengekomen werk weer kunnen uitoefenen, of dat zij definitief een ander of aangepast werk krijgen indien zij definitief ongeschikt zijn voor de uitoefening van hun overeengekomen werk. Hieronder vind je een bespreking van de verschillende fases van het re-integratietraject.

Start re-integratietraject

Het is de (preventieadviseur-)arbeidsarts die een re-integratietraject opstart. Maar het initiatief voor zo’n traject kan genomen worden door

  • de werknemer of zijn behandelend arts: op elk moment tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid
  • de werkgever: ten vroegste vanaf drie maanden arbeidsongeschiktheid of vanaf het ogenblik waarop de werknemer een attest van de behandelend arts bezorgt waaruit de definitieve ongeschiktheid blijkt om het overeengekomen werk uit te voeren. 

De werknemer, de behandelend arts en de werkgever kunnen een re-integratietraject opstarten.

De adviserend arts van het ziekenfonds zal opvolgen of mensen met een erkenning arbeidsongeschiktheid terug kunnen naar het werk. In de vierde maand na de start van de arbeidsongeschiktheid maakt hij hierover een inschatting, o.a. op basis van een vragenlijst die de patiënt krijgt. Als een terugkeer naar het werk mogelijk lijkt, wordt er via de terug-naar-werkcoördinator i.s.m. de persoon in kwestie (waar aangewezen) doorverwezen naar de (preventieadviseur-)arbeidsarts. Is er geen doorverwijzing naar de arbeidsarts, dan kan een re-integratietraject onder coördinatie van de terug-naar-werkcoördinator worden opgestart. 

Re-integratiebeoordeling door de arbeidsarts

Nu is de arbeidsarts (ook preventieadviseur-arbeidsarts genoemd) aan zet. De arbeidsarts nodigt de werknemer voor wie hij een re-integratieverzoek heeft ontvangen, uit voor een re-integratiebeoordeling. Hij gaat daarbij na of de werknemer op termijn het overeengekomen werk, eventueel met een aanpassing van de werkpost, opnieuw zal kunnen uitoefenen. Daarnaast moet hij de mogelijkheden voor aangepast of ander werk onderzoeken, op basis van de arbeidscapaciteiten en de gezondheidstoestand van de werknemer.

Als de werknemer daar toestemming voor geeft, kan de arbeidsarts ook overleggen met de behandelend arts van de werknemer, en eventueel met de adviserend arts of terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds, andere preventieadviseurs en personen die kunnen bijdragen tot een geslaagde re-integratie. De werknemer kan in deze fase ook vragen dat de arbeidsarts al overleg pleegt met de werkgever zodat in een verder stadium het onderzoek naar concrete vormen van aangepast werk makkelijker verloopt.

Hierna maakt de arbeidsarts zijn verslag of re-integratiebeoordeling op.

Wat kan de arbeidsarts beslissen?

Afhankelijk van de beslissing van de arbeidsarts, kan de werknemer op termijn het overeengekomen werk hervatten (beslissing A) of is hij definitief ongeschikt voor het overeengekomen werk (beslissing B). Dit zijn de mogelijke beslissingen:

  • Beslissing A: De werknemer kan op termijn het overeengekomen werk hervatten, en de werknemer is in staat om in tussentijd bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren. In dit geval legt de arbeidsarts de modaliteiten vast van het aangepaste of andere werk, of van de aanpassing van de werkpost.
  • Beslissing B: De werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te hervatten, maar is in staat om bij de werkgever aangepast of ander werk uit te voeren. Ook hier legt de arbeidsarts de modaliteiten vast van het aangepaste of andere werk of van de aanpassing van de werkpost.
  • Beslissing C: Het is om medische redenen (nog) niet opportuun om een re-integratiebeoordeling te doen. Een werknemer moet bijv. nog herstellen of moet op korte termijn nog behandelingen ondergaan. Het re-integratietraject wordt in dit geval beëindigd. 

Beroep aantekenen tegen de beslissing van de arbeidsarts

Een werknemer die niet akkoord gaat met de beslissing van de arbeidsarts tot definitieve ongeschiktheid, kan beroep aantekenen. Dat moet gebeuren binnen de 21 kalenderdagen nadat de arbeidsarts het formulier voor de re-integratiebeoordeling heeft bezorgd.

Binnen de 21 kalenderdagen nadat de arbeidsarts jou het formulier voor de re-integratiebeoordeling waaruit de definitieve ongeschiktheid voor het overeengekomen werk blijkt, heeft bezorgd, stuur je een aangetekende brief naar de arts-sociaal inspecteur van de regionale Directie Toezicht op het Welzijn op het werk. Je licht ook je werkgever in van dit aangetekende beroep.

Vervolgens overlegt de arts-sociaal inspecteur met de arbeidsarts en de behandelend arts van de werknemer. De werknemer wordt eventueel opgeroepen om te worden gehoord en onderzocht. Binnen een termijn van 42 kalenderdagen na de ontvangst van het beroep nemen de drie artsen een beslissing bij meerderheid van stemmen. Deze beslissing wordt meteen meegedeeld aan de werkgever en de werknemer. Afhankelijk van deze beslissing herbekijkt de arbeidsarts zijn eerdere beslissing.

Een werknemer kan tijdens een re-integratietraject deze beroepsprocedure slechts eenmaal aanwenden.

Overleg en opmaak re-integratieplan

Na een beslissing A of B kan de werkgever beginnen met de opmaak van een re-integratieplan. Dat gebeurt in overleg met de werknemer, de arbeidsarts en eventueel andere personen die kunnen bijdragen aan het slagen van de re-integratie, zoals een ergotherapeut.

Het re-integratieplan moet redelijke aanpassingen, aangepast werk, ander werk, of voorstellen voor het volgen van een opleiding bevatten.

Zo’n plan moet redelijke aanpassingen, aangepast werk, ander werk, of voorstellen voor het volgen van een opleiding bevatten. De werkgever moet in deze fase dus gaan concretiseren wat de arbeidsarts eerder had beslist. Hierbij moet hij ook rekening houden met het recht op redelijke aanpassingen dat ook van toepassing kan zijn op werknemers getroffen door kanker. De arbeidsarts legt het plan voor aan de adviserend arts zodat die kan nakijken of gedeeltelijke werkhervatting hierin kan worden opgenomen. Indien nodig, past de werkgever vervolgens het plan aan.

Als de werkgever oordeelt dat het technisch of objectief of wegens andere gegronde redenen niet mogelijk is een re-integratieplan op te stellen, zal hij dit expliciet moeten motiveren in een apart verslag. Uit dat verslag zal ook moeten blijken dat de werkgever de mogelijkheden tot aangepast of ander werk heeft onderzocht en dat hij hierbij rekening hield met het recht op redelijke aanpassingen.

Gedurende het hele traject kan de werknemer zich laten bijstaan door een werknemersafgevaardigde in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk of door een vakbondsafgevaardigde.

Aanvaarding van het re-integratieplan

De werknemer heeft na ontvangst van het re-integratieplan 14 kalenderdagen de tijd om al dan niet met het plan in te stemmen en het terug te bezorgen aan de werkgever.

Indien de werknemer instemt met het re-integratieplan, ondertekent hij voor akkoord. Wanneer de werknemer niet instemt met het re-integratieplan, vermeldt hij de redenen van zijn weigering.

Als het re-integratietraject eindigt, bijv. na een weigering van het re-integratieplan, zal de arbeidsarts dat doorgeven aan de adviserend arts van het ziekenfonds. Die kan dan een terug-naar-werk-traject opstarten om te kijken of de werknemer eventueel elders terug aan de slag kan, of dat er eventueel een opleiding of begeleiding aangewezen is.

De werknemer heeft na ontvangst van het re-integratieplan 14 kalenderdagen de tijd om al dan niet met het plan in te stemmen en het terug te bezorgen aan de werkgever.

Uitvoering van het re-integratieplan

Als de werknemer akkoord gaat met het plan, treedt het in werking en wordt het op regelmatige basis opgevolgd. Indien nodig kan de werknemer steeds vragen dat de arbeidsarts zijn re-integratietraject herbekijkt.

Re-integratiebeleid van het bedrijf

Ook op bedrijfsniveau moet er gewerkt worden aan een re-integratiebeleid. De werkgever moet daartoe minstens eenmaal per jaar met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk overleggen. In dit kader moet de arbeidsarts een verslag opstellen, o.a. over het aantal spontane raadplegingen, aanpassingen aan de werkpost, de werkhervatting na ziekte of ongeval, over de re-integratietrajecten, de bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting. Het re-integratiebeleid wordt zo nodig aangepast in functie van deze evaluatie.

Aanpassingen arbeidswetgeving

Om werkgevers en werknemers rechtszekerheid te bieden tijdens het verloop van een re-integratietraject werden ook enkele aanpassingen aan de arbeidswetgeving  (wet van 3 juli 1978) doorgevoerd: 

  • De initiële arbeidsovereenkomst wordt behouden in de periode dat de werknemer tijdelijk ander of aangepast werk uitvoert. De arbeidsovereenkomst wordt niet geschorst en de werknemer behoudt dus zijn verworven voordelen.
  • Voor de periode van het uitvoeren van het aangepaste of andere werk kunnen de werknemer en de werkgever, als daar reden toe is, een bijlage bij de arbeidsovereenkomst sluiten. Daar staat dan in wat ze zijn overeengekomen over bijvoorbeeld:
    - het volume van het aangepaste of andere werk;
    - de uurroosters van het aangepaste of andere werk;
    - de aard van het aangepaste of andere werk;
    - het loon voor het aangepaste of andere werk;
    - de duur van de geldigheid van de bijlage
    Als men definitief ander of aangepast werk uitvoert, is de originele arbeidsovereenkomst wél geschorst. Het is aan te raden om in dat geval een bijlage op te maken omdat er anders niets op papier staat over het te verrichten werk.

Als men definitief ander of aangepast werk uitvoert, is het aan te raden om een bijlage bij de arbeidsovereenkomst op te maken omdat er anders niets op papier staat over het te verrichten werk.

  • Als een werknemer weer arbeidsongeschikt wordt tijdens de eerste 20 weken van een gedeeltelijke werkhervatting, zal de werkgever niet opnieuw gewaarborgd loon moeten betalen. De werknemer zal dan meteen weer een ziekte-uitkering krijgen. Op die manier worden werkgevers aangemoedigd hun werknemers de kans te geven het werk gedeeltelijk te hervatten.
  • Er werd een nieuwe regeling ingevoerd over de stopzetting van de arbeidsovereenkomst bij definitieve arbeidsongeschiktheid. Voortaan zal de arbeidsovereenkomst van de definitief arbeidsongeschikte werknemer pas beëindigd kunnen worden op grond van medische overmacht is wanneer een aparte procedure doorlopen werd.

Terug-naar-werktraject voor werklozen of werknemers die niet meer bij hun werkgever kunnen werken

In het terug-naar-werktraject voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst speelt de adviserend arts samen met de terug-naar-werkcoördinator van het ziekenfonds de belangrijkste rol. 
De adviserend arts maakt een inschatting of de persoon een beroep kan uitoefenen, o.a. op basis van een vragenlijst die de zieke krijgt. Als beroepsuitoefening mogelijk lijkt, kan de adviserend arts een terug-naar-werktraject opstarten met de terug-naar-werkcoördinator. Het is belangrijk dat je meewerkt aan het terug-naar-werk-traject wanneer de adviserend arts dit opstartte. Dit houdt in dat je bijv. de vragenlijst invult en terugstuurt en dat je aanwezig bent op een evt. medisch onderzoek bij de adviserend arts en op een contactmoment met de terug-naar-werk-coördinator. Wanneer je dat zonder geldige rechtvaardiging niet doet riskeer je 2,5 % van je ziekte-uitkering kwijt te spelen. 

Tijdens je arbeidsongeschiktheid kun je ook steeds zelf contact opnemen met de terug-naar-werkcoördinator om een terug-naar-werktraject op te starten.

Re-integratieplan

Nadat je samen met de Terug-naar-werk-coördinator en de adviserend arts een engagementsverklaring hebt ondertekend organiseert de coördinator een opvolggesprek om een re-integratieplan op te stellen. Hierin staan concrete doelstellingen en acties m.b.t. jouw stappen naar het werk. 

Wanneer hier ook afspraken rond te volgen opleidingen in staan, kun je met een erkenning arbeidsongeschiktheid mogelijk je arbeidsongeschiktheidsuitkering behouden tijdens de opleiding én daarnaast verschillende financiële tussenkomsten en premies krijgen. Meer informatie over socioprofessionele re-integratie vind je op de site van het RIZIV (pdf). De adviserend arts en de terug-naar-werkcoördinator overleggen bij het opstellen van het re-integratieplan met de behandelend arts en eventueel ook met de begeleider van de persoon bij de VDAB. Als de persoon met een erkenning arbeidsongeschiktheid akkoord gaat met het plan, ondertekenen beide partijen het. De verdere uitvoering van het re-integratieplan wordt opgevolgd door de terug-naar-werkcoördinator.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 22/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Laatst aangepast op