Is radiotherapie schadelijk voor mijn omgeving?

Na uitwendige bestraling blijft er geen straling achter in het lichaam. Je geeft ook geen straling af. Er is dus geen gevaar voor je omgeving. Bij inwendige bestraling ben je wel tijdelijk radioactief.

De meeste mensen worden uitwendig bestraald: daarbij komt de bestraling vanuit een machine buiten het lichaam. Na die uitwendige bestraling blijft er geen straling achter in het lichaam, ook niet in je zweet, urine, ontlasting of sperma. Je geeft ook geen straling af. Er is dus geen gevaar voor je omgeving. Je mag bijvoorbeeld gerust baby’s en kleine kinderen op de schoot hebben. 

Bij inwendige bestraling of brachytherapie ligt het iets anders: zolang het radioactieve product in de bronhouders in jouw lichaam zit, ben je zelf 'radioactief'. Bij inwendige bestraling brengt de radiotherapeut één of meerdere buisjes, darmpjes, katheters of naalden (‘bronhouders’ genoemd) in het lichaam. Die worden aangesloten op een toestel dat radioactieve bronnen bevat en die bronnen in de bronhouders schuift. Soms moet je daarvoor kort in het ziekenhuis worden opgenomen. De straling kan vanuit je lichaam ook andere mensen raken. Het ziekenhuispersoneel neemt daarom veiligheidsmaatregelen en je mag tijdelijk geen bezoek krijgen. Zodra de bronnen en de houders verwijderd zijn, ben je niet meer radioactief.

Heb je vragen? Stel ze aan je radiotherapeut-oncoloog of een verpleegkundige.

Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op