Strikt genomen is alcohol drinken nooit aan te bevelen, met of zonder chemotherapie. Maar wie toch graag een glas drinkt, beperkt zich het best tot één consumptie per dag en dat liefst niet dagelijks om de lever toe te laten wat te recupereren.
Celdelingremmende geneesmiddelen worden net zoals alcohol voor een deel via de lever afgebroken. Alcohol vertraagt de afbraak van die geneesmiddelen in de lever, waardoor je meer last kunt ondervinden van mogelijke neveneffecten van de chemotherapie. Denk bijvoorbeeld aan misselijkheid en braken, ontsteking van het mondslijmvlies, diarree en constipatie. Het is daarom aangeraden 24 uur voor en 48 uur na de toediening van chemotherapie geen alcohol te gebruiken.
Op andere ogenblikken kan het meestal geen kwaad om chemotherapie te combineren met alcohol. Vraag uiteraard eerst advies aan je behandelend arts of oncologisch verpleegkundige, want er zijn enkele combinaties van alcohol met bepaalde soorten chemo die je het best vermijdt. Maar die zijn zeldzaam.
Alcohol kan de eetlust aanscherpen. Dat is handig meegenomen bij een verminderde eetlust, maar het houdt ook een risico in. Alcohol scherpt niet alleen de eetlust aan, maar stilt ook de honger, waardoor je misschien sneller een verzadigd gevoel krijgt en minder eet. Dat kan nefast zijn voor zijn algemene gezondheidstoestand. Het is belangrijk dat je alle essentiële voedingsstoffen blijft innemen om ondervoeding en gewichtsverlies te voorkomen.