Greta: ‘Ik hield wel rekening met het slechtste scenario, ik heb daar ook met de kinderen over gepraat. Ik heb ze getoond waar ze alle belangrijke documenten konden vinden. Ik ben bij de notaris langsgegaan om te vragen of ik niets in orde moest brengen.’
Liselore: ‘Een week voor de transplantatie zijn we samen een pruik gaan kiezen omdat mama haar haar zou verliezen. Ze heeft er gepast in alle mogelijke kleuren. Dat was een plezante dag.’
Nieuwe relatie
Liselore: ‘Eerst kreeg mama zeer zware chemotherapie om haar eigen beenmerg kapot te maken. Omdat ze dan geen weerstand meer had, lag ze in een isolatiekamer. We konden haar enkel achter glas bezoeken, dat was lastig.’
Greta: ‘Na enkele dagen recuperatie kreeg ik de stamcellen van de donor. En dan moesten we veertien dagen in spanning afwachten, in een soort niemandsland. Ook lichamelijk waren het verschrikkelijke weken. Al mijn slijmvliezen waren ontstoken, ik kon amper slikken of eten, ik was een slappe vod. Na twee weken was er goed nieuws. Ik had 50 witte bloedcellen, de dag erop 500, de dag daarna 5000. Drie weken later kon ik naar huis. Ik moest nog veel rusten, ik had veel verzorging nodig van de thuisverpleging, iemand van gezinshulp kwam koken, de kinesitherapeut kwam langs. Dat gaf structuur aan mijn dagen. Ik kreeg ook veel steun van mijn familie, vrienden en van mijn huidige partner Wim. Enkele weken voor de stamceltransplantatie had ik hem leren kennen. Het klikte. Ik wilde omwille van de situatie de boot afhouden, maar hij wilde er echt samen voor gaan. Ik was enorm verrast en gelukkig dat iemand op zo’n moment voor mij koos.’