Onze band is hechter geworden

Schouder aan schouder: Greta Callens en Liselore Janssen

Uit Leven • Editie 93 • Januari 2022
Greta Callens en Liselore Janssen

Greta Callens (57) kreeg in 2012 beenmergkanker. Na negen jaar leven op een rollercoaster van ups en downs, zoals haar dochter Liselore (24) het omschrijft, is Greta stilaan weer de oude. Het waren bijzonder moeilijke jaren voor het gezin dat in 2010 echtgenoot en vader Pieter-Jan verloor aan longkanker.

Auteur: Bart Van Moerkerke • Fotograaf: Lieven Van Assche

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

Greta: ‘De ziekte van Pieter-Jan was een donderslag bij heldere hemel. Tussen de eerste symptomen en zijn overlijden lagen amper enkele maanden. Hij had een zeer agressieve longkanker die was uitgezaaid. Pas vijf dagen voor hij overleed, is me gezegd dat er niets meer aan te doen was. Ik heb hem dat slechte nieuws zelf verteld. In eerste instantie was hij zeer kwaad: waarom ik? Maar hij heeft snel de klik gemaakt. Dat hij zijn lot aanvaardde, was een grote troost voor ons.’

Liselore: ‘Mama kwam thuis en vertelde mij en mijn twee oudere broers Arne en Emiel dat het niet meer goed zou komen met papa. Ik was dertien, ik besefte niet wat ons overkwam. In die laatste dagen heeft papa ons meer getroost dan wij hem. Hij drukte ons op het hart dat het allemaal wel goed zou komen, dat hij in ons geloofde. Dat was mooi.’

Liselore Janssen en Greta Callens

Niet trunten

Liselore: ‘Iedereen op school wist natuurlijk dat ik mijn papa verloren had, maar daar werd niet over gepraat. Ook met Arne en Emiel sprak ik er niet over. Alleen mama begon vaak over papa, ik weet nog dat ik dat in het begin niet leuk vond. Intussen kan ik er wel goed over praten, ik heb vrienden die iets gelijkaardigs hebben meegemaakt. We babbelen er regelmatig over.’

Greta: ‘Ik had een eigen reclamebureau met een vijftal medewerkers en heb me op mijn werk gestort. Niet trunten, zeggen we in het West-Vlaams, niet klagen. Maar twee jaar later ging ik zelf onderuit. Ik was dodelijk vermoeid, ik vermagerde zienderogen, ik kreeg last van allerlei kwaaltjes. De huisarts weet alles aan mijn verdriet en rouwproces. Maar toen ik een harde plek voelde in mijn buik gingen de alarmbellen af. Chronische myeloïde leukemie of CML was de diagnose, een kanker van het beenmerg. Gelukkig was de ziekte te verhelpen met medicatie. Maar ik kon de chemopillen niet verdragen, soms moest ik stoppen of andere medicatie proberen. Uiteindelijk ben ik jaren op de sukkel geweest. Op de duur kon ik niets meer. Noodgedwongen verkocht ik mijn reclamebureau. Achteraf gezien had ik naast CML ook een burn-out. Therapie bij een psycholoog en een psychiater hielp me erbovenop.’

Vaak stelde ik me de vraag waarom dit ons gezin moest overkomen.

Liselore: ‘Ik herinner me niet zo goed meer dat mama nog amper uit de zetel kwam. Vaak stelde ik me wel de vraag waarom dit ons moest overkomen. Ik vond het ook zeer erg dat mama het bedrijf dat ze zelf mee had opgericht en waarvoor ze leefde, moest loslaten. Toch had ik geen behoefte om veel over de situatie te praten. Eigenlijk heb ik net als de dood van papa de ziekte van mama in zekere zin ontkend, ik heb er op mijn eigen manier mee moeten leren omgaan. Al op zeer jonge leeftijd heb ik geleerd zeer zelfstandig te zijn. Terwijl vriendinnen overal gebracht en afgehaald werden, moest ik mijn plan trekken. Ik heb dat nooit erg gevonden, integendeel.’

Stamceltransplantatie

Greta: ‘Eind 2017 konden pillen me niet meer genezen, het enige wat kon helpen was een stamceltransplantatie. Een paar maanden later werd een anonieme donor gevonden. Bij de voorbereidende bespreking bij de hematoloog (arts gespecialiseerd in bloedziektes, red.) was de hele familie aanwezig: mijn vader, mijn moeder, mijn broer, de drie kinderen met hun partners. Dat was een enorme steun voor mij. We kregen uitleg over de transplantatie, over de kans op slagen, over mogelijke afstoting van de donorstamcellen. Drie uur heeft het gesprek geduurd.’

Liselore Janssen en Greta Callens

Liselore: ‘Mama moest wel zeer veel rusten, maar ze zag er nog altijd goed en gezond uit. Tijdens dat gesprek is de ernst van de situatie pas echt tot me doorgedrongen. De slaagkansen waren 50 procent. Toch zijn mijn broers en ik er altijd van uitgegaan dat het goed zou komen.’

Ik hield rekening met het slechtste scenario en heb daarover gepraat met de kinderen.

Greta: ‘Ik hield wel rekening met het slechtste scenario, ik heb daar ook met de kinderen over gepraat. Ik heb ze getoond waar ze alle belangrijke documenten konden vinden. Ik ben bij de notaris langsgegaan om te vragen of ik niets in orde moest brengen.’

Liselore: ‘Een week voor de transplantatie zijn we samen een pruik gaan kiezen omdat mama haar haar zou verliezen. Ze heeft er gepast in alle mogelijke kleuren. Dat was een plezante dag.’

Nieuwe relatie

Liselore: ‘Eerst kreeg mama zeer zware chemotherapie om haar eigen beenmerg kapot te maken. Omdat ze dan geen weerstand meer had, lag ze in een isolatiekamer. We konden haar enkel achter glas bezoeken, dat was lastig.’

Greta: ‘Na enkele dagen recuperatie kreeg ik de stamcellen van de donor. En dan moesten we veertien dagen in spanning afwachten, in een soort niemandsland. Ook lichamelijk waren het verschrikkelijke weken. Al mijn slijmvliezen waren ontstoken, ik kon amper slikken of eten, ik was een slappe vod. Na twee weken was er goed nieuws. Ik had 50 witte bloedcellen, de dag erop 500, de dag daarna 5000. Drie weken later kon ik naar huis. Ik moest nog veel rusten, ik had veel verzorging nodig van de thuisverpleging, iemand van gezinshulp kwam koken, de kinesitherapeut kwam langs. Dat gaf structuur aan mijn dagen. Ik kreeg ook veel steun van mijn familie, vrienden en van mijn huidige partner Wim. Enkele weken voor de stamceltransplantatie had ik hem leren kennen. Het klikte. Ik wilde omwille van de situatie de boot afhouden, maar hij wilde er echt samen voor gaan. Ik was enorm verrast en gelukkig dat iemand op zo’n moment voor mij koos.’

Greta Callens & Liselore Janssen
Liselore Janssen en Greta Callens
Liselore Janssen en Greta Callens

Op afstand

Liselore: ‘Het ging snel beter met mama. In maart van het jaar erop vertrok ik voor vijf maanden op Erasmus naar Vietnam, ik nam afscheid van een gezonde mama. Ik was er nog maar enkele weken toen Arne belde: mama was weer fel achteruitgegaan. Heel haar ziekteproces van acht, negen jaar is een echte rollercoaster geweest van ups en downs. Ik heb toen getwijfeld om naar huis terug te keren, maar mama wilde dat niet. Ze was thuis goed omringd en het deed haar deugd om te horen en te zien hoe het me in Vietnam verging. Ze was er zelf al geweest en kon helemaal meeleven. Onze band is tijdens de vele videogesprekken hechter geworden dan hij thuis was.’

Greta: ‘Ik was gelukkig dat Liselore het zo goed had. Maar ik ben inderdaad weer helemaal bergaf gegaan. Ik moest cortisone nemen om de afstoting van de donorstamcellen te verhinderen. Maar door de medicatie ontwikkelde ik een soort diabetes. Mijn suikerwaarden stonden veel te hoog, al mijn spieren werden afgebroken, ik verloor op slag tien kilo. Pas toen ik insuline kreeg, begon het beter te gaan. Ik heb veertien dagen in het ziekenhuis gelegen en verhuisde daarna naar een revalidatiecentrum voor vier maanden. Ik was compleet hulpbehoevend, ik kon niet meer rechtstaan of stappen, ik kon niet alleen naar het toilet, ik kon niet op een stoel zitten. Sinds augustus 2020 ben ik weer thuis na een intensieve fysieke revalidatie. Ik was op de luchthaven toen Liselore terugkwam van Vietnam.’

Liselore: ‘Dat was een ongelofelijk emotioneel moment. We hebben alle twee tranen met tuiten geweend.’

Zakenvrouw

Greta: ‘Sindsdien gaat het steeds beter, fysiek kan ik weer alles. Ik ben geen diabeet meer. Ik wandel, ik loop, ik fiets, met lotgenoten doe ik wekelijks aquagym en yoga. Vroeger nam ik elke middag drie uur rust, nu nog een of twee keer per week. Sinds kort ben ik gestopt met de medicatie tegen afstoting. Mijn beenmerg is voor meer dan 95 procent dat van de donor. Ik merk wel dat mijn veerkracht verminderd is. Als ik te veel aan de computer zit of te veel gesprekken heb, steekt er snel spanningshoofdpijn op. Ik moet doseren en dat is zeer lastig. Mijn motivatie om veel te doen is groter dan wat ik aankan. Ik ben niet meer de succesvolle zakenvrouw die ik 25 jaar lang ben geweest. Dat knaagt soms, ook al ben ik milder geworden voor mezelf en leg ik de lat niet meer zo hoog. Ik bekijk mijn nieuwe, rustigere leven positief, het biedt veel nieuwe kansen. Ik ben vooral zeer dankbaar dat ik er nog ben.’

Jouw reactie op dit verhaal is altijd welkom. Mail ons via leven@komoptegenkanker.be.

Liselore Janssen en Greta Callens

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!