‘In de weken dat ik geen chemo krijg, lukt het mij om veel en lang te schilderen. Achter de schildersezel kom ik tot rust. Ik concentreer me op mijn werk en er is geen ruimte om te piekeren over mijn ziekte.’ De bange, ongelukkige Verna werd in de afgelopen drie jaar opener en zelfzekerder en dat vertaalde zich ook op doek. ‘Hoe meer ik schilder, hoe meer afstand ik durf te nemen van de realiteit. Mijn werk is expressiever geworden. Het canvas val ik nu meer aan, lijnen typeren mijn portretten. Gezichten zijn daardoor krachtiger, sprekender. Ze vertellen een verhaal en net dat vind ik belangrijk.’
Gifgroene chemo
Ook Verna heeft een verhaal te vertellen: het relaas van een ongeneeslijke ziekte en een aftakelingsproces. ‘Ik ben niet goed met woorden, maar toch wou ik ventileren over wat me overkomen is. Zoals sommige mensen dingen van zich af schrijven, zo wou ik mijn kanker op doek verwerken. Ik maakte een zelfportret op mijn ziekenhuisbed tijdens een chemokuur. Daar geef ik me letterlijk en figuurlijk bloot. Er zit geen symboliek in het werk, geen onderliggende boodschap. Het is een rauwe weergave van de werkelijkheid. Ik toon wat kanker met een mens doet. Ook hier weer gebruik ik harde lijnen. Ze maken de pijn voelbaar. De gifgroene kleur symboliseert de toxische chemobehandeling. Ik voel dat gif. Ik heb er een ambigue relatie mee: ik haat het en toch heb ik het nodig om langer in leven te blijven. Het contrast tussen enerzijds de ingetogenheid en anderzijds de expressie is heel groot, maar dat maakt naar mijn gevoel dit werk net sterk.’