Tumormarker

Tumormarkers (ook tumormerkers genoemd) zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Ze geven artsen informatie over een kanker, bijvoorbeeld of een behandeling werkt.

Artsen kunnen tumormarkers meten in bloed, urine, hersenvocht of weefsel. Tumormarkers bewijzen niet dat er een tumor zit, ook bij andere ziektes en zelfs bij gezonde mensen komen ze voor.

Hoe worden tumormarkers gebruikt in de kankerzorg?

Kleine hoeveelheden tumormarkers kunnen ook bij gezonde mensen voorkomen. Daarom worden ze in de meeste gevallen niet gebruikt om een kankerdiagnose te stellen. Ze kunnen artsen soms helpen een diagnose te stellen, maar alleen in combinatie met ander onderzoek, zoals een biopsie of beeldvorming. 

Tumormarkers worden vooral gebruikt in de nazorg en opvolging van kanker. Ze kunnen iets vertellen over het verloop van een ziekte: of je behandeling aanslaat en of de kanker na de behandeling wegblijft of terugkeert. De tumormarker zal na een succesvolle behandeling een lagere waarde hebben. Als langere tijd na behandeling de tumormarker weer begint te stijgen, is dat een aanwijzing dat de kanker terugkeert. 

De meeste tumormarkers zijn echter niet gevoelig genoeg (ze zijn niet altijd aanwezig als er tumorcellen zijn) of niet specifiek genoeg (ze zijn soms verhoogd maar niet door de kanker).

Welke tumormarkers zijn er?

Hieronder staan enkele van de meest gebruikte tumormarkers op dit moment. Onderzoekers vinden geregeld nieuwe tumormarkers. 

Sommige tumormarkers horen bij één soort kanker. Een voorbeeld hiervan is PSA bij prostaatkanker. Andere komen voor bij meerdere soorten. Een voorbeeld hiervan is CEA.

Met dank aan dr. Alain Bols
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op