Tom: ‘Nee, wij hebben altijd beseft dat we een mooi leven hadden en waren dankbaar om de kansen die we kregen. Ik ben blij met mijn vrouw en twee gezonde kinderen, het restaurant … Vroeger stond mijn gezondheid mee in dat rijtje, maar dat is helaas voorbij. Als ik mensen zie die onbezorgd en zonder ongemakken door het leven gaan, overvalt me soms een gevoel van jaloezie. Daar schaam ik me een beetje voor.’
In je stukjes benader je je ziekte opvallend open, met humor ook.
Tom: ‘Ja, we zijn vanaf het begin open geweest, zowel naar elkaar als naar familie en vrienden. We hebben de ziekte nooit een taboe laten worden. En die humor: dat is altijd een rode draad in mijn leven geweest. Dat is niet veranderd.’
Alison: ‘Als Tom enkele dagen na zijn chemo weer mopjes begint te maken, weet ik dat hij zich weer stilaan beter voelt. Ik ben heel dankbaar dat hij op die manier met zijn ziekte omgaat. Daardoor kan ik het ook aan. Mocht hij pessimistisch zijn en er niet over kunnen praten, dan zou het voor mij veel moeilijker zijn om voor hem een steun te zijn.’