Elkaar overeind houden, dat was ons plan

Schouder aan schouder: Peter Michael en Joke

Uit Leven • Editie 91 • Juli 2021
Peter Michael en Joke

‘Dit doen we samen.’ Dat was de reactie van Joke van Geijlswijk (64) toen er twee jaar geleden bij haar man Peter Michael (69) slokdarmkanker werd vastgesteld. Ze zouden elkaar overeind houden en met z’n tweeën door dat hele kankerproces gaan. Stapje voor stapje.

Auteur: Liesbet De Vuyst • Fotograaf: Joost Joossen

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

Joke: ‘We kwamen net terug van zomerreis toen Peter naar het ziekenhuis moest voor een maagonderzoek. Hij had al een tijdje spijsverteringsproblemen en was vermagerd. We maakten ons niet echt zorgen: we waren nog volop in vakantiestemming en Peter was nog nooit ziek geweest. Toen de dokter zei dat er een grote tumor zat op de overgang van de slokdarm naar de maag, waren we compleet uit ons lood geslagen. We huilden, maar vermanden ons snel. Amper tien minuten na de diagnose beloofden we elkaar om er samen tegenaan te gaan. Wij komen allebei uit Nederland. Onze kinderen wonen niet in de buurt en andere mensen wilden we niet lastigvallen.’

We beslisten om het hele kankerproces als een project te zien en het op te splitsen in fasen.

Peter: ‘Hoewel ik niet veel vragen stelde aan de arts en geen informatie op het internet zocht, was me wel duidelijk dat de statistieken voor mijn kanker niet zo gunstig waren. Toch ben ik nooit echt bang geweest. Op geen enkel moment heb ik gedacht dat ik zou doodgaan. De afspraak dat we het samen zouden doen, gaf me vertrouwen.’

Joke: ‘In tegenstelling tot Peter raadpleegde ik wel het internet. Wat ik daar las, maakte me niet vrolijk. Bovendien verloor ik veel familieleden aan kanker. ‘s Nachts dacht ik daaraan. Dan weende ik stiekem. Ik liet Peter niet merken dat ik bezorgd was. Het plan was immers om elkaar overeind te houden en niet samen de mentale afgrond in te duiken. Maar Peter zag natuurlijk wel dat ik piekerde. “Het komt wel goed”, troostte hij me dan. Hij was mentaal sterker dan ik.’ 

Joke van Geijlswijk
Peter Michael

Geveld

Peter: ‘Het eerste wat we beslisten, was om het hele kankerproces als een project te zien en het op te splitsen in fasen. We zouden niet te ver vooruitkijken, maar het stapje voor stapje afwerken. Dat bedoelden we figuurlijk. Maar al snel bleek dat we het ook letterlijk zo moesten doen.’

Joke: ‘Dat faseren was een goede beslissing. Er gebeurden onderweg zoveel onverwachte dingen. Hadden we op voorhand geweten wat er zou aankomen, dan was het doorzettingsvermogen misschien minder geweest. Vergelijk het met de coronapandemie. Mochten mensen vorig jaar geweten hebben dat het virus nu nog niet bedwongen is, dan hadden ze de maatregelen nooit volgehouden. Maar zodra je in een crisis zit, ga je erdoor. Zo was dat ook bij ons. De eerste fase in het ziekteproject was chemo- en radiotherapie tegelijkertijd. Peter begon vol goede moed, maar heel snel zag ik hem van een actieve man die graag fietste en in de tuin werkte, veranderen in een doodzieke patiënt. Na twee weken tijd kon hij nauwelijks nog stappen. Dat een behandeling iemand op zo korte tijd helemaal kon vellen, had ik nooit verwacht.’

Een boom extra

Peter: ‘Enkele weken na de therapie zou ik al geopereerd worden, tenminste als mijn conditie het toeliet. Een fietstest zou uitwijzen of ik fit genoeg was. Die test maakte me nerveus, want de chemo had me gesloopt. Toch was Joke vastbesloten om me fysiek helemaal klaar te stomen. Elke ochtend reden we naar het Zoniënwoud. Daar liet ze me op het bospad los. De eerste keer kon ik na 60 meter wandelen niet meer verder. Ik weet nog precies tot welke boom het lukte. Iedere dag probeerden we wat verder. Iedere dag deden we er een boom bij. Na het middagdutje herhaalde zich het tafereel rond een vijver in de buurt. Kon ik rond de plas? Een gezond mens klaart die klus in vijf minuten. Mij kostte het een halfuur. Zo bouwde ik mijn conditie stapje voor stapje op. De operatie motiveerde mij. Maar als je fysiek op instorten staat, dan heb je een extra stimulans nodig. Joke was mijn bewegingscoach. Ze pepte me op, had begrip als het eens niet lukte, mopperde als het nodig was. Zij zorgde ervoor dat ik volhield.’

Joke: ‘Zich aankleden was voor Peter al een uitputtingsslag. En dan kwam ik iedere dag met mijn wandeling aanzetten. Ik heb me wel eens schuldig gevoeld, maar dat zei ik niet. Ik sprak hem luchtig toe: “Lekker hè, zo’n wandelingetje”. Dan hoorde ik hem zuchten en wist dat hij er helemaal anders over dacht. Maar er was geen alternatief. Als hij niet fit genoeg was, zou de operatie uitgesteld worden en dat wilden we niet. Die tumor moest zo snel mogelijk uit zijn lichaam.’

Van voren af aan

Peter: ‘Joke deed haar werk voortreffelijk, want ik bleek fit genoeg voor de operatie. De chirurg verwijderde een deel van mijn slokdarm en maag en ik kreeg een buismaag (ingreep waarbij van de maag een soort buis wordt vervaardigd die wordt opgetrokken naar de keel, red.). Alles verliep prima. Daarmee zat ook fase 2 in het ziekteproces erop. Tijdens fase 3 zou ik revalideren. Drie dagen na de operatie mocht ik uit bed en merkten we de impact van de ingreep op mijn lichaam. We moesten van voren af aan herbeginnen. “Zullen we even de ziekenhuisgang op en af?” Daar was Joke weer. Maar fase 3 betekende ook dat ik met een buismaag moest leren eten. Vroeger was ik een echte Bourgondiër. Plotseling werd eten een opgave. Hap, slik en weg: zo eenvoudig was het niet meer. Voedsel moest nu langzaam zakken. Verteren werd een hele klus. Gaandeweg moet je zelf ontdekken wat je naar binnen krijgt en wat niet. Een slablaadje blijft aan de buis kleven, yoghurt eten is moeilijk. Zalm ging dan weer vlotter. Joke zocht het samen met mij uit.’

Wat Peter heeft moeten doorstaan, daar is een flinke dosis doorzettingsvermogen voor nodig.

Joke van Geijlswijk en Peter Michael

Joke: ‘Ik kocht de lekkerste producten om Peters eetlust te bevorderen, haalde dieetkoekjes en babyvoeding in de supermarkt opdat Peter toch maar zijn dagelijkse portie voedingsstoffen binnen zou hebben. Alles probeerde ik uit om hem te laten eten. De ene poging was al succesvoller dan de andere. Maar ik had geduld. Vond hij iets niet lekker of lukte het niet om het te verwerken, dan nam ik het gewoon weer weg. De porties die hij in het begin at, waren minuscuul. De tijd die we aan tafel spendeerden lang. We zijn nu anderhalf jaar na de operatie en hij eet steeds beter. Voor twee ontbijtcrackers heeft hij nu een uur nodig. Dat is alvast een halfuur minder dan vroeger. Zijn bord ligt ook voller. Ik zeg vaak dat ik trots op hem ben. En dat meen ik ook. Wat hij heeft moeten doorstaan, daar is een flinke dosis doorzettingsvermogen voor nodig. Dat gaat niet vanzelf.’

Peter Michael en Joke van Geijlswijk

Vraag een diëtist om hulp

Wie tijdens of na een kankerbehandeling voedingsproblemen ondervindt en zich wil laten ondersteunen door een hulpverlener, kan terecht bij een oncodiëtist.

Dat is een diëtist die gespecialiseerd is in de begeleiding van mensen met kanker. De oncodiëtist geeft o.a. voedingsadvies om bijwerkingen van de ziekte of de behandeling tegen te gaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om ongewenst gewichtsverlies of ongewenste gewichtstoename, misselijkheid, smaakveranderingen, mond- en slikproblemen …

Het advies van een oncodiëtist is gratis voor wie gehospitaliseerd is. Word je ambulant behandeld, en overnacht je dus niet in het ziekenhuis, of word je thuis behandeld? Dan betaal je de consultaties bij een diëtist in of buiten het ziekenhuis wél zelf, de verplichte ziekteverzekering komt niet tussen. Sommige ziekenhuizen rekenen ook bij ambulante behandeling de consultaties van kankerpatiënten bij een oncodiëtist niet aan.

Samenzijn

Peter: ‘Mijn kanker en de behandeling hebben ervoor gezorgd dat ik 20 kilo afgevallen ben. Ik voel me daardoor beter dan vroeger, maar toch kan ik niet meer zo veel. Ik bots regelmatig op mijn lichamelijke limieten. We fietsen weer, maar elektrisch. Ik kan ondertussen zes kilometer wandelen. Maar ik ben snel moe en kom de dag niet meer door zonder tussentijds wat bij te slapen. Waar ik vroeger genoot van een whisky on the rocks moet ik het nu doen met een grenadine met ijsblokjes. Die veranderingen, die moet je leren accepteren. Maar na kanker liggen je prioriteiten sowieso ergens anders. Lya, het hondje van de buren, komt dagelijks bij ons langs. Als ze kwispelstaartend onze tuin in rent, word ik instant vrolijk. Komt ze ‘s middags in de zetel tegen me aanliggen, dan merk ik dat ik veel rustiger slaap. ‘s Nachts pieker ik wel eens. Dan beweeg ik mijn hand even zijwaarts. Voelen dat Joke naast me in bed ligt, stelt me gerust. En dan weet je: geluk haal je niet uit materiële dingen of prestaties, wel uit samenzijn.’

Wie is jouw grote steun en toeverlaat, wie geeft er jou moed, samen met wie kom je je ziekte door? Mail ons kort je verhaal, misschien kunnen we jullie samen interviewen. E-mail: leven@komoptegenkanker.be.

Peter Michael en Joke van Geijlswijk

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!