Radiotherapie bij hodgkinlymfoom

Bestraling wordt vaak gecombineerd met chemotherapie. Een vroegtijdig hodgkinlymfoom (stadium I en II) wordt vrijwel altijd bestraald. Een gevorderd hodgkinlymfoom (stadium III of IV) wordt bestraald als de lymfeklieren slecht reageerden op de chemotherapie of als ze na afloop nog voelbaar waren.

Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen om kankercellen te vernietigen. De radiotherapeut-oncoloog bestraalt de tumor of de plaats waar de tumor zat en het omringende weefsel. Dat kan met stralenbundels uit een machine buiten je lichaam, of met materiaal dat rechtstreeks in je lichaam zelf bestraalt. Bij een hodgkinlymfoom gebeurt het meestal uitwendig.

De duur van de bestraling, de dosis en het aantal bestralingen hangen vooral af van het type tumor en de uitgebreidheid van de ziekte. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.

Bijwerkingen

De radiotherapeut-oncoloog stelt de dosis en het bestralingsveld zo in dat gezonde weefsels en organen zoveel mogelijk gespaard blijven. Toch moet je rekening houden met mogelijke neveneffecten. Je arts of een verpleegkundige geeft je daarover op voorhand meer uitleg. Zo kan je huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek. Vaak voelen mensen zich moe tijdens en na radiotherapie. Eventuele andere bijwerkingen hangen af van de gebieden die bestraald worden. Zo kan bijvoorbeeld bestraling van de buik diarree veroorzaken. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan dr. Eva Steel, dr. Jan Van Droogenbroeck en prof. dr. Gregor Verhoef
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op