Radiotherapie bij dikkedarmkanker

Bij dikkedarmkanker wordt radiotherapie bijna uitsluitend toegepast bij rectumtumoren. Om de efficiëntie te verhogen, wordt de bestraling vaak gecombineerd met chemotherapie. Die combinatie heet chemoradiatie.

Bestralen gebeurt meestal voor de operatie, heel uitzonderlijk erna. Bij grote of moeilijk te bereiken rectumtumoren, of bij een tumor die vergroeid is met andere organen zoals de blaas of prostaat kan chemoradiatie voor de operatie de tumor verkleinen, zodat hij beter weg te snijden is of zodat de kans vergroot dat het rectum gespaard blijft. Ook is aangetoond dat met chemoradiatie voor de operatie de kans op lokaal herval verkleint.

Chemoradiatie na de operatie kan eventuele kankercellen vernietigen die nog achtergebleven waren. 

Na de chemoradiatie lijkt de rectumtumor soms volledig verdwenen te zijn. De artsen noemen dat een complete respons. Soms word je dan niet meer geopereerd. Wel word je heel goed opgevolgd. Je krijgt regelmatig MRI-scans en een endoscopie om te kijken of de tumor wegblijft. Als de tumor terugkomt, volgt toch nog een operatie. Je arts zal je vertellen of je in aanmerking komt voor die behandeling. Misschien moet je daarvoor naar een ander ziekenhuis. De rectumsparende behandeling wordt alleen gegeven in ziekenhuizen met genoeg kennis en ervaring. 

Bestraling kan ook als palliatieve behandeling. Die geneest de ziekte niet, maar houdt de symptomen onder controle of verlengt het leven. Palliatieve radiotherapie kan bijvoorbeeld pijn verlichten of bloedingen en totale verstopping van de darm verhelpen.

Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen om kankercellen te vernietigen. De radiotherapeut-oncoloog bestraalt de tumor of de plaats waar de tumor zat en het omringende weefsel. De duur van de bestraling, de dosis en het aantal bestralingen hangen vooral af van het type tumor en de uitgebreidheid van de ziekte. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.

Bijwerkingen

Bestraling van het rectum heeft ook invloed op de gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor raakt de ontlasting verstoord. Diarree, misselijkheid, een geïrriteerd gevoel als je plast, seksuele stoornissen en vermoeidheid kunnen voorkomen. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je arts die je raad kan geven hoe je er het best mee kunt omgaan.

Moderne technologie zoals intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT), beeldgestuurde radiotherapie (IGRT) en intensiteitsgemoduleerde boogtherapie (IMAT) vermindert die klachten sterk. IMRT bestraalt het doelgebied met kleine bestralingsbundels vanuit veel verschillende richtingen in plaats van grotere bestralingsvelden, die vaak ook de gevoelige organen en structuren in de buurt van de tumor mee bestralen. Bij IMAT beschrijft het bestralingstoestel continu een boogbeweging rond de patiënt. Het toestel stelt zijn bestralingsbundel voortdurend bij, aangepast aan de vorm van de tumor. Voor elke bestralingsfractie checkt een CT-scan op het bestralingstoestel of de patiënt correct op de bestralingstafel ligt (in dezelfde houding als bij de voorbereiding van de bestraling en of de vulling van de blaas in orde is (IGRT).

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan prof. dr. Eric Van Cutsem en dr. Liesbet Van Eycken
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op