Radiotherapie wordt soms gebruikt bij acute leukemie die zich naar de hersenen, het ruggenmerg of de teelballen verspreid heeft. Ook vóór een stamceltransplantatie wordt het lichaam soms bestraald.
Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen die kankercelgroei probeert te stoppen of vertragen. Het gebied dat moet worden bestraald, verschilt per patiënt: soms is dat alleen het hoofd, soms het volledige lichaam. Ook de duur van de bestralingskuur, de intensiteit en het bestralingsschema (het aantal bestralingen) kunnen variëren. De bestraling op zich is pijnloos.
Bijwerkingen
De radiotherapeut-oncoloog zorgt ervoor dat de toegediende dosis en de bestralingsvelden zodanig worden gekozen dat er zo weinig mogelijk schade wordt berokkend aan gezonde weefsels en organen. Toch heeft bestraling, afhankelijk van de dosis, ook invloed op de gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor kan de huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek. Vermoeidheid is een andere vaak voorkomende bijwerking tijdens de weken die volgen op de radiotherapie.
Lotgenotengroepen
Veelgestelde vragen
- Wat is CAR-T-therapie?
- Te oud voor kankerbehandeling?
- Is straling van onderzoeken schadelijk?
- Wat met een pruik die ik niet meer nodig heb?
- Wanneer wordt een port-a-cath verwijderd?
- Is een tweede mening nuttig?
- Wat betekenen CEA-waarden en wat zijn tumormarkers?
- Kan kanker opgespoord worden in het bloed?
- Hoe geraak ik in het ziekenhuis voor mijn kankerbehandeling?
- Kanker en erfelijkheidsonderzoek: wat en voor wie?