De kans op bijwerkingen neemt toe met de leeftijd. Het is dus voor hulpverleners belangrijk om zorgvuldig te vragen naar bijwerkingen en te streven naar een pijnbehandeling met zo weinig mogelijk bijwerkingen. Dat geldt zowel voor niet-opioïden (pijnstillers en ontstekingsremmers) als opioïden.
Bij oudere mensen is de kans ook groter dat ze problemen hebben met hun zicht, gehoor of dat ze verminderde communicatiemogelijkheden hebben. Daardoor kan de pijn meten en erover spreken moeizamer verlopen.
Als de oudere verhuist, bijvoorbeeld van het ziekenhuis naar een revalidatiecentrum of woonzorgcentrum, is een goede opvolging en eventuele aanpassing van de medicatie nodig. Als de oudere thuis wordt verzorgd, is een goede communicatie nodig tussen de thuisverpleegkundige, de huisarts, de mantelzorgers en eventuele andere zorgverleners (bijv. kinesitherapeut, podoloog, diëtist …).