De angst en onzekerheid ebben stilaan weg

Martine De Boe timmert aan de weg terug na baarmoederhalskanker

Uit Leven • Editie 87 • Juli 2020
Martine De Boe

2019 was een bijzonder zwaar jaar voor Martine De Boe (56). Baarmoederhalskanker zette haar hele leven op zijn kop. Begin dit jaar was er goed nieuws. De behandeling heeft gewerkt, de tumor is verdwenen. Nu timmert Martine aan de weg terug, fysiek en vooral mentaal. ‘Hoe raar het ook mag klinken, ziek zijn heeft me veel bijgebracht. Ik heb wat afstand kunnen nemen van het leven op automatische piloot en ben me meer bewust van de richting die ik uit wil.’

Auteur: Bart Van Moerkerke • Fotograaf: Filip Claessens

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 20/03/2024 om 14:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u

Dik vijftien jaar geleden gaf Martine De Boe haar leven een totaal nieuwe wending. Ze deed administratief werk in Brussel, maar ging op haar veertigste verpleegkunde studeren. Met succes. Ze werkte eerst in een ziekenhuis in Aalst, sinds zes jaar is ze aan de slag in een woonzorgcentrum in Erembodegem, op de afdeling voor bewoners met dementie. ‘Nog eens een totaal andere weg inslaan, zal er niet meer van komen, ik doe mijn werk ook graag. Maar ik zal zeker dingen anders aanpakken.’

Martine De Boe

Nieuwe en oude ankerpunten

‘De kanker zette mijn leven even stop. Tijdens het herstelproces had ik tijd om te ontdekken wat echt belangrijk is en waarmee ik me wil bezighouden. Een opleiding van Kom op tegen Kanker volgen om als vrijwilliger patiënten bij te staan op het oncologisch dagziekenhuis. Me verdiepen in yoga en mindfulness. Nog meer lezen over kanker en het omgaan met de ziekte. Dat zijn nieuwe interesses.’

‘Ik herontdekte ook oude ankerpunten. Ik begon opnieuw te schilderen, olie op doek. Ik vond mijn geloof terug. Af en toe ga ik naar een gospelmis, daar gaat een inspirerende kracht vanuit. De voorbije maanden ging een nieuwe wereld voor me open.’

Geen tijd om na te denken

Die nieuwe wereld leek vorig jaar ver weg. In het najaar van 2018 waren de resultaten van haar jaarlijkse gynaecologische onderzoek nog perfect normaal, maar in december merkte Martine de eerste tekenen van een probleem. ‘Ik had vaginaal bloedverlies. Ik dacht dat het met de menopauze te maken had. Toen het in januari 2019 nog eens gebeurde, ging ik naar de huisarts. Hij verwees me naar de gynaecoloog.’

‘Het resultaat van een onderzoek van de baarmoederhals in maart was zorgwekkend. Ik was vertrokken voor een hele reeks scans. In mei kreeg ik de diagnose: baarmoederhalskanker. Dat was een slag in mijn gezicht. De eerste momenten kon ik alleen maar denken dat ik zou sterven. Maar ik heb heel snel moed gevat, vastbesloten om ertegenaan te gaan. Er was ook geen tijd om veel na te denken. In 2019 gingen al mijn energie en aandacht naar de onderzoeken en naar de behandeling.’

Ik zag verschrikkelijk op tegen inwendige bestraling omdat mijn zus dat vijftien jaar geleden ook kreeg toen zij baarmoederhalskanker had. Maar intussen is de wetenschap gelukkig erg geëvolueerd.

De tumor was al vier op vier centimeter, te groot voor een operatie. Chemo- en radiotherapie moesten de kanker te lijf gaan, nadien zou er indien nodig een operatie volgen. Maar eerst wilden de specialisten nagaan of er geen uitzaaiingen waren. ‘Mijn lymfeklieren ter hoogte van de buikaorta zijn weggenomen. Ze waren gelukkig zuiver, de kanker was niet uitgezaaid. De behandeling kon beginnen.’

Inwendige bestraling

 

In juli 2019 kreeg Martine wekelijks chemotherapie, ondersteund door 24 beurten uitwendige bestraling. ‘Het was een lichte chemo, maar ik was er toch hondsziek van. Van het geneesmiddel om de misselijkheid te onderdrukken, werd ik dan weer zeer opgefokt. Ik was mezelf niet meer en dus moest ik een pil nemen om rustiger te worden. Het waren ellendige weken.’

Na chemo en uitwendige bestraling volgde in augustus inwendige bestraling van de tumor. ‘Ik moest voor twee dagen naar het ziekenhuis. Op dinsdagnamiddag berekende de radiotherapeut de bestralingsdosis die nodig was. Op woensdagmorgen werden er onder verdoving vaginaal holle buisjes ingebracht. In de namiddag en op donderdagmorgen werd ik telkens voor een tiental minuten aan een apparaat gelegd dat via de staafjes radioactieve straling op de kanker losliet.’

Bestraling bij baarmoederhalskanker

Bij baarmoederhalskanker wordt meestal een combinatie van inwendige en uitwendige bestraling gegeven.

Bij uitwendige bestraling wordt de tumor van buitenaf — door de huid — bestraald. Bij inwendige bestraling, ook brachytherapie genoemd, wordt materiaal dat bestraling produceert, rechtstreeks ingebracht in de baarmoederhals en/of in het bovenste gedeelte van de vagina. Die radioactieve ‘zaadjes’ geven daar plaatselijk een hoge dosis straling af.

‘Ik zag verschrikkelijk op tegen die behandeling. Mijn zus had vijftien jaar geleden ook baarmoederhalskanker en kreeg toen ook inwendige bestraling. Ik herinner me dat ze toen enkele dagen in een soort bunker moest liggen, totaal geïsoleerd vanwege de radioactiviteit. Intussen is de wetenschap zodanig geëvolueerd dat ik nu op een gewone ziekenhuiskamer verbleef en maar twee keer kort naar de bestralingskamer moest. Het vervelende was dat de buisjes gedurende 24 uur moesten blijven zitten. Ik moest op mijn rug blijven liggen, ik kreeg een blaassonde, ik at liggend. Op donderdagnamiddag werden de staafjes verwijderd, ik heb er niets van gevoeld.’

Martine De Boe
Martine De Boe

Zwart gat

Toen begonnen de maanden van het lange wachten. Omdat de uit- en inwendige bestraling nog enkele weken nawerken, ging Martine pas in november weer onder de scanner. Het resultaat was het wachten waard: de tumor bleek verdwenen, een operatie was niet nodig. Een controle in januari 2020 bevestigde het goede nieuws. ‘Vreemd genoeg viel ik toen in een zwart gat. De behandeling was achter de rug, ik moest pas drie maanden later weer op controle. Ik woon alleen sinds mijn dochter twee jaar geleden is gaan samenwonen met haar vriend. Mijn vriendinnen en collega’s kwamen me vaak halen voor een uitstapje, maar dan nog bleven er vele uren over om na te denken en te piekeren.’

Ik heb zelf ondervonden hoe belangrijk mentale ondersteuning is als je ziek bent. Nu is het mijn beurt om iets terug te doen voor andere patiënten.

‘Op de duur kreeg de angst me in zijn greep. Bij mijn zus was indertijd de baarmoeder verwijderd, ik wou dat het bij mij ook gebeurde. Ik sprak erover met mijn gynaecoloog en met de radiotherapeut van de inwendige bestraling. Die laatste drukte me op het hart dat hij zeker was van de behandeling en dat er geen reden was voor angst of verdriet. Zij hebben me uiteindelijk gerustgesteld. Ook mijn regelmatige gesprekken met de psycholoog van het ziekenhuis deden me goed. Ze was langsgekomen toen ik in behandeling was. Pas een paar maanden later contacteerde ik haar omdat ik behoefte had om te praten. Onlangs hebben we de sessies afgerond, voorlopig is er geen nieuwe afspraak. Ik heb er nu vertrouwen in dat ik deze periode achter me kan laten. Ik weet zelfs al niet meer precies wanneer ik weer op controle moet, ik zou in mijn agenda moeten kijken. De angst en de onzekerheid ebben stilaan weg.’

Dilatatoren tegen littekenweefsel

Door de behandeling heeft Martine het gevoel dat haar vagina inwendig stroever is geworden. ‘Toen ik voor de uitwendige radiotherapie in het ziekenhuis was, kreeg ik het bezoek van een maatschappelijk assistent. Ze wees me erop dat de kans op littekenweefselvorming in de vagina groot was. Om dat tegen te gaan, gaven ze me een pakketje van drie dilatatoren mee. Dat zijn gladde plastic staafjes in drie maten die ik drie keer per week gedurende een tiental minuten inbreng. Ik moet dat twee jaar volhouden zodat er zich geen littekenweefsel vormt en alles binnenin soepel is als voorheen. Dat is belangrijk bij een eventuele seksuele relatie – ik ben momenteel single – maar ook voor toekomstige gynaecologische onderzoeken. Niet alle behandelende artsen die ik erover aansprak, geloven in het nut van dilatatoren maar ik voel toch wel dat ze een verschil maken.’

 

Mentale ondersteuning

Lichamelijk voelt Martine zich intussen prima, mentaal timmert ze aan de weg. Ze wandelt, leest, schildert en praat vaak met vriendinnen over de voorbije periode. ‘Neen, niet met mijn dochter. Ik heb me tegenover haar altijd sterk gehouden tijdens en na mijn behandeling, ik wilde haar niet belasten met mijn verdriet en angst.’

Aan werken is Martine nog niet toe. Ze had gedacht om in april weer halftijds te starten, maar dat was nog te vroeg. ‘Ik moet eerst weer honderd procent goed in mijn vel zitten. En sowieso wil ik mijn job graag combineren met vrijwilligerswerk voor Kom op tegen Kanker. Ik heb zelf ondervonden hoe belangrijk mentale ondersteuning is als je ziek bent. Nu is het mijn beurt om iets terug te doen voor andere patiënten.’

Jouw reactie op dit verhaal is altijd welkom. Mail ons via leven@komoptegenkanker.be.

Martine De Boe

Lees meer verhalen in het magazine Leven

Veel van onze verhalen zijn ook verschenen in het magazine Leven van Kom op tegen Kanker. Abonneer je om geen enkel verhaal te missen!