Johan revalideert opnieuw om zijn longcapaciteit op peil te houden. Maar toch merkt hij de beperkingen. ‘Ik kan mijn gras niet meer maaien: te vermoeiend. Mijn buurman doet dat. Ik wandel, maar om de zoveel meter moet ik rusten. Ik ben buiten adem als ik de trap opga en na een douche moet ik altijd even bekomen. Als ik nerveus ben, omdat ik bijvoorbeeld mijn sleutelbos niet direct vind, kom ik in ademnood. Dat zijn gevolgen van de longkanker, maar ook van de COPD die met ouder worden toeneemt.’
Sociaal netwerk
‘Toch probeer ik, nu alles relatief goed gaat, ten volle te genieten. Ik ben een bourgondiër. Op restaurant gaan we weinig door de coronapandemie, maar mijn vrouw is een echte keukenprinses. Aan de vermoeidheid wil ik zo weinig mogelijk toegeven. Het zwarte gat dat ontstaan is door te stoppen met werken, vul ik op met wandelen en fietsen, dat laatste elektrisch.’
‘En ook mijn sociaal netwerk ben ik aan het uitbouwen. Ik ben geen man voor het verenigingsleven, maar na de revalidatie een koffie drinken met de anderen of me inzetten als vrijwilliger voor lotgenoten, daar heb ik veel aan.’