Bij actieve opvolging gaat de arts aan de hand van regelmatige controles met rectaal onderzoek, PSA-bepaling, MRI van de prostaat en herhalingsbiopsies zorgvuldig na hoe de ziekte zich verder ontwikkelt. Als een operatie of andere behandeling op een bepaald moment toch nodig is, bespreekt de arts dat met de patiƫnt.
Soms kiezen mannen voor actieve opvolging omdat ze vinden dat de voordelen van opereren of bestralen niet opwegen tegen de mogelijke nevenwerkingen van die andere behandelopties. Denk aan erectiestoornissen (impotentie) en ongewild urineverlies (incontinentie) na een prostaatoperatie, of darm- en plasklachten na bestralingen van de prostaat.