Stamceltransplantatie bij een non-hodgkinlymfoom

Voor patiënten met een agressief non-hodgkinlymfoom dat na verloop van tijd terugkomt (recidief) of niet reageert op de chemotherapie, is een stamceltransplantatie met eigen stamcellen (autologe stamceltransplantatie) een vaak gebruikte behandeling.

Bij een stamceltransplantatie krijg je stamcellen toegediend. Eerst worden er stamcellen uit je bloed gefilterd en ingevroren. Vervolgens krijg je een heel hoge dosis chemotherapie. Het doel is om zoveel mogelijk kankercellen te doden, iets wat niet goed genoeg lukt met gewone chemotherapie. Daarna krijg je je eigen stamcellen weer toegediend. Die zorgen ervoor dat het gezonde beenmerg weer kan groeien en de bloedaanmaak opnieuw opstart. 

Bijwerkingen

Na de transplantatie kunnen zich bijwerkingen voordoen zoals misselijkheid en braken, diarree, slijmvliesontsteking van de mond, moeilijk slikken, gebrek aan eetlust, koude rillingen en koorts, niet abnormaal na de hoge dosis chemotherapie. 

Voor het herstel van de bloedvorming en van de afweer moet je rekenen op enkele weken. Je weerstand is in die periode niet optimaal, dus onder andere aandacht voor extra hygiëne en maatregelen in verband met bezoek zijn nodig. De vermoeidheidsklachten kunnen wel langer aanhouden (soms enkele maanden).

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan dr. Sylvia Snauwaert
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op