Radiotherapie bij dunnedarmkanker

Na een operatie bij dunnedarmkanker kun je radiotherapie krijgen, al dan niet in combinatie met chemotherapie. Bij sommige patiënten met dunnedarmkanker is bestraling de enige toegepaste behandeling. Die is niet meer gericht op genezen maar bedoeld om klachten veroorzaakt door de tumor of uitzaaiingen te verhelpen of te verminderen. Dit heet een palliatieve behandeling. Een klacht kan bijvoorbeeld pijn zijn of een bloeding.

Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen om kankercellen te vernietigen. De radiotherapeut-oncoloog bestraalt de tumor of de plaats waar de tumor zat en het omringende weefsel. Er kan uitwendig of inwendig bestraald worden. Bij dunnedarmkanker wordt er meestal uitwendig bestraald.

De duur van de bestraling, de dosis en het aantal bestralingen hangen vooral af van het type tumor en de uitgebreidheid van de ziekte. De bestralingen op zich zijn pijnloos en meestal is geen ziekenhuisopname nodig.

Bijwerkingen en risico’s

De radiotherapeut-oncoloog zorgt ervoor dat de toegediende dosis en de bestralingsvelden zodanig worden gekozen dat er zo weinig mogelijk schade wordt berokkend aan gezonde weefsels en organen. Toch heeft bestraling, afhankelijk van de dosis, ook invloed op de gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor kan bij uitwendige bestraling de huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek. Vermoeidheid is een andere vaak voorkomende bijwerking tijdens de weken die volgen op de radiotherapie. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk. Bespreek ze met je behandelend arts die jou raad kan geven hoe je er het best mee omgaat.

Stel je vraag over kanker

Contacteer de Kankerlijn

Bel 0800 35 445
Nu niet beschikbaar
Ma-vrij 9-12u en 13-17u
Chat met de Kankerlijn
Nu offline Beschikbaar op 01/04/2024 om 09:00
Ma 9-12u
Woe 14-17u en 19:30-22:30u
Met dank aan prof. dr. Karen Geboes en prof. dr. Daniël Urbain
Laatst aangepast op
Laatst medisch gereviseerd op